vrijdag 27 november 2015

vierenvijftig 47


© Investig'Actions


20 november 2015

vrijdag

Het eerste wat ik vandaag op Facebook aantref is een toespraak van Michel Collon, van wie ik nu al een paar jaar geleden leerde dat ik mij voor een correcte nieuwsgaring niet – en zeker niet uitsluitend – moet verlaten op de gangbare media. De verborgen agenda’s komen daarin meestal niet aan bod. Dat doen ze wel op alternatieve sites, en als ik het goed heb was Collon met zijn Investig’Actions daarin toch wel een voortrekker. Intussen zijn er meer spelers in die niet aan commerciële wetmatigheden onderworpen niche aangetreden, en dat valt natuurlijk alleen maar toe te juichen. Wellicht zijn er aan de andere kant van het politieke spectrum ook wel nieuwssites die de actualiteit op een andere manier dan mainstream coveren, maar de alternatieve berichtgeving waarop ik mij baseer om mij toch wat grondiger te informeren, is meestal van links-progressieve signatuur. Dat betekent dan vooral dat het gaat om journalistiek werk dat zich kritisch uitlaat ten aanzien van – zeer grosso modo samengevat – het westerse kapitalisme. Welnu, die toespraak heeft mij, na de aanslagen in Parijs, in twintig minuten meer over de toestand in de wereld geleerd dan de uren goedbedoelde pogingen, sentimentele stemmingmakerij en regelrechte manipulatie in onze reguliere en dus gecontroleerde media. Collon duidt haarscherp een tiental pijnpunten aan en zegt telkens ook hoe het Westen daarop zou moeten reageren – en dat is dus duidelijk niet de manier waarop dat nu gebeurt: door de oorlog te verklaren aan, ja, aan wie eigenlijk? Wat mij opvalt aan de gangbare analyses, zowel links als rechts, zeg maar bij de partijen die in het parlement vertegenwoordigd zijn (behalve dan het Blok), partijen die vandaag allemaal, Kamerbreed zoals dat dan heet, de maatregelen van de regering-Michel hebben goedgekeurd, maatregelen die een aanzienlijke vermindering van onze vrijheden inhouden en een regelrechte aanslag op onze privacy – wat mij dus opvalt aan die analyses is dat ze niet verder komen dan een vorm van symptoombestrijding. Het probleem, volgens die analyses, bestaat dan uit de aanslagen en uit de brandhaarden die rechtstreeks deze aanslagen voeden: het naar het Westen geïmporteerde jihadisme, dat zich dan zou concentreren in de banlieues van Parijs en Brussel. Verder geraakt men niet. In deze reguliere partijen, die een weerklank krijgen in de reguliere pers, wordt niet gegraven naar de oorzaken van deze symptomen. En die oorzaken, zo leert mij de videotoespraak van Michel Collon, situeren zich op een veel ruimere geopolitieke schaal. Hier, bij ons, zijn er wel factoren die bepaalde processen versterken, bijvoorbeeld de racistische uitsluiting van jonge arbeidskrachten op de arbeidsmarkt of het niet wegfilteren van radicaliserende imams, maar de grond van de zaak moet gezocht worden in de naweeën van het westerse kolonialisme, in de wapen- en oliehandel met die landen, in de economische uitbuiting, in de opportunistische dubbelzinnigheid van de handelsrelaties, in het conflict tussen Palestina en Israël. Mijn progressief-links geïnformeerde hart bloedt als ik zie dat noch sp.a noch Groen in hun analyses vérder durven te gaan. Als er mij iets naar extreem-links duwt, dan wel dit. ¶ Ik kijk, suf van al het terreurnieuws, naar de film Platoon (Oliver Stone, 1986). Ik weet niet of het een goed idee is van Canvas om deze oorlogsfilm uitgerekend nu uit te zenden. Maar goed. Ik ben niet zo’n liefhebber van oorlogsfilms. Al dat geschiet en zo, het is toch maar een esthetisering van een werkelijkheid die op zich te gruwelijk is om voorstelbaar te zijn. Plus, uitgerekend dat soort films en games, zo is toch mijn overtuiging, draagt bij tot het verlies aan realiteitszin dat een noodzakelijke vereiste is om zelf gruweldaden te begaan. De film is dertig jaar oud. Ik beeld me een situatie in waarbij zoonlief van veertien of zestien, naast zijn cinefiele vader in de zetel gezeten, een geeuw niet kan onderdrukken. Alles is inmiddels veel échter gefictionaliseerd; been there seen that. En ja, de film van Stone lijkt inmiddels geërodeerd tot een al te schematiserende pantomime van oorlogsgruwel en intrabataljonesk geruzie. Maar toch, Platoon communiceert wel degelijk iets, namelijk: oncommuniceerbaarheid. Chris Taylor (Charlie Sheen) probeert tijdens zijn eerste weken nog wel regelmatig in brieven naar het thuisfront een beeld te geven van zijn wedervaren, maar na verloop van tijd geeft hij dit op: het is ten enenmale onmogelijk. Je kúnt die frontmisère, dat rücksichtlose Kaltstellen niet tastbaar darstellen. De angst voor bloedzuigers, slangen, booby traps, onzichtbare Noord-Vietnamezen, rond je oren fluitende kogels, de wreedheid van je kompanen die niet allemaal over dezelfde graad van beschaving beschikken, de eenzaamheid ook van de naïeve rekruut – een oorlogsvrijwilliger dan nog! ¶