© Investig'Actions |
20 november 2015
vrijdag
Het eerste wat ik vandaag op Facebook aantref is een
toespraak van Michel Collon, van wie ik nu al een paar jaar geleden leerde dat
ik mij voor een correcte nieuwsgaring niet – en zeker niet uitsluitend – moet verlaten
op de gangbare media. De verborgen agenda’s komen daarin meestal niet aan bod.
Dat doen ze wel op alternatieve sites, en als ik het goed heb was Collon met
zijn Investig’Actions daarin
toch wel een voortrekker. Intussen zijn er meer spelers in die niet aan
commerciële wetmatigheden onderworpen niche aangetreden, en dat valt natuurlijk
alleen maar toe te juichen. Wellicht zijn er aan de andere kant van het
politieke spectrum ook wel nieuwssites die de actualiteit op een andere manier
dan mainstream coveren, maar de alternatieve berichtgeving waarop ik mij baseer
om mij toch wat grondiger te informeren, is meestal van links-progressieve
signatuur. Dat betekent dan vooral dat het gaat om journalistiek werk dat zich
kritisch uitlaat ten aanzien van – zeer grosso modo samengevat – het westerse
kapitalisme. Welnu, die toespraak
heeft mij, na de aanslagen in Parijs, in twintig minuten meer over de toestand
in de wereld geleerd dan de uren goedbedoelde pogingen, sentimentele stemmingmakerij
en regelrechte manipulatie in onze reguliere en dus gecontroleerde media.
Collon duidt haarscherp een tiental pijnpunten aan en zegt telkens ook hoe het
Westen daarop zou moeten reageren – en dat is dus duidelijk niet de manier
waarop dat nu gebeurt: door de oorlog te verklaren aan, ja, aan wie eigenlijk?
Wat mij opvalt aan de gangbare analyses, zowel links als rechts, zeg maar bij
de partijen die in het parlement vertegenwoordigd zijn (behalve dan het Blok),
partijen die vandaag allemaal, Kamerbreed zoals dat dan heet, de maatregelen
van de regering-Michel hebben goedgekeurd, maatregelen die een aanzienlijke
vermindering van onze vrijheden inhouden en een regelrechte aanslag op onze
privacy – wat mij dus opvalt aan die analyses is dat ze niet verder komen dan
een vorm van symptoombestrijding. Het probleem, volgens die analyses, bestaat
dan uit de aanslagen en uit de brandhaarden die rechtstreeks deze aanslagen
voeden: het naar het Westen geïmporteerde jihadisme, dat zich dan zou
concentreren in de banlieues van Parijs en Brussel. Verder geraakt men niet. In
deze reguliere partijen, die een weerklank krijgen in de reguliere pers, wordt
niet gegraven naar de oorzaken van deze symptomen. En die oorzaken, zo leert
mij de videotoespraak van Michel Collon, situeren zich op een veel ruimere
geopolitieke schaal. Hier, bij ons, zijn er wel factoren die bepaalde processen
versterken, bijvoorbeeld de racistische uitsluiting van jonge arbeidskrachten
op de arbeidsmarkt of het niet wegfilteren van radicaliserende imams, maar de
grond van de zaak moet gezocht worden in de naweeën van het westerse
kolonialisme, in de wapen- en oliehandel met die landen, in de economische
uitbuiting, in de opportunistische dubbelzinnigheid van de handelsrelaties, in
het conflict tussen Palestina en Israël. Mijn progressief-links geïnformeerde hart
bloedt als ik zie dat noch sp.a noch Groen in hun analyses vérder durven te
gaan. Als er mij iets naar extreem-links duwt, dan wel dit. ¶ Ik kijk, suf van
al het terreurnieuws, naar de film Platoon
(Oliver Stone, 1986). Ik weet niet of het een goed idee is van Canvas om deze
oorlogsfilm uitgerekend nu uit te zenden. Maar goed. Ik ben niet zo’n
liefhebber van oorlogsfilms. Al dat geschiet en zo, het is toch maar een
esthetisering van een werkelijkheid die op zich te gruwelijk is om voorstelbaar
te zijn. Plus, uitgerekend dat soort films en games, zo is toch mijn
overtuiging, draagt bij tot het verlies aan realiteitszin dat een noodzakelijke
vereiste is om zelf gruweldaden te begaan. De film is dertig jaar oud. Ik beeld
me een situatie in waarbij zoonlief van veertien of zestien, naast zijn
cinefiele vader in de zetel gezeten, een geeuw niet kan onderdrukken. Alles is
inmiddels veel échter gefictionaliseerd; been
there seen that. En ja, de film van Stone lijkt inmiddels geërodeerd tot
een al te schematiserende pantomime van oorlogsgruwel en intrabataljonesk
geruzie. Maar toch, Platoon communiceert
wel degelijk iets, namelijk: oncommuniceerbaarheid. Chris Taylor (Charlie
Sheen) probeert tijdens zijn eerste weken nog wel regelmatig in brieven naar
het thuisfront een beeld te geven van zijn wedervaren, maar na verloop van tijd
geeft hij dit op: het is ten enenmale onmogelijk. Je kúnt die frontmisère, dat rücksichtlose Kaltstellen niet tastbaar darstellen. De angst voor bloedzuigers,
slangen, booby traps, onzichtbare Noord-Vietnamezen, rond je oren fluitende
kogels, de wreedheid van je kompanen die niet allemaal over dezelfde graad van
beschaving beschikken, de eenzaamheid ook van de naïeve rekruut – een oorlogsvrijwilliger dan nog! ¶