GENERATIE
Een elektriciteitsfabrikant maakt zijn
prognoses bekend voor binnen zoveel jaar – ik luister met één oor want stouw
tegelijk de kinderen door het gaan-slapen-ritueel. Minder kernenergie, meer
steenkool en gas, evenveel olie. Zon en wind? Niks zon en wind.
Werknemers van een warenhuisketen
bedingen een akkoord – ik luister met één oor want draai de kinderen door de
ontbijtmolen. Zelfde voorwaarden voor de werknemers die mogen blijven, maar al
wie vanaf nu wordt aangeworven, zal het minder goed hebben.
De kinderen – ik help ze in hun jasjes,
installeer ze voor en achter op de fiets en breng ze naar school – behoren tot
de volgende generatie die, zoals intussen iedereen weet, het minder goed zal
hebben. Hoe lichtzinnig is de huidige, besef ik.
Nu zijn wij thuis verre van ideale
ouders; anders zouden wij bij voorbeeld niet naar de radio luisteren tijdens
onze omgang met de kinderen. Maar wat we wél zouden doen, is een stap opzij
zetten als we wisten dat het ze ten goede kwam. Ik vraag me dan af: hebben die
bedrijfsstrategen, hebben die werkgevers dan niet het gevoel verantwoording te
moeten afleggen voor de generatie die komt? Het zijn toch ook vaders en
moeders. Wat doet hen kiezen voor de korte termijn? En zou ik zelf in hun
plaats even kortzichtig zijn?
De Leuvense professor Luc Huyse stelde,
naar aanleiding van de affaire-Claes, dat tegenwoordig een dubbele moraal wordt
gehanteerd: een ‘ethische’ en een economische. Hij zegt wat iedereen natuurlijk
al wist. Maar hij zegt het. En niemand kijkt daarvan op.
Verschenen in De Standaard van 31 oktober
1995