© Dirk Van de Wiele |
25 oktober 2015
zondag
Het jaagpad waarover we fietsen ligt vol gele
populierenbladeren. Ze zijn nat, het maakt een slurpend geluid. Een andere
fietser steekt ons voorbij. Het loopvlak van zijn banden is geel – het is alsof
hij het kleur van de bladeren heeft overgenomen, opgestreken. Tijdens een
rustmoment in Bellem zitten we op de vangrail naast het kanaal. R. vertelt over
zijn reis naar Roemenië, een bepaalde streek in het noorden waarvan ik nu de
naam alweer heb vergeten, tegen de Karpaten aan als ik het goed heb begrepen,
zou nog vrij ongerept zijn. ¶ J. vertelt over zijn geaccidenteerd amoureus
parcours: driemaal getrouwd, en de eerste en derde vrouw zijn één en dezelfde!
Drie keer getrouwd dus met twee verschillende vrouwen! Ik vraag hem hoe dat
gaat, terugkeren naar elkaar na tien jaar uit elkaar te zijn geweest. ‘Alsof
het gisteren was,’ lacht J., die met die vrouw geen kinderen heeft. ‘We namen
gewoon de draad weer op.’ ¶