190908
(…) * De binnenstad van Bologna wordt ingenomen door de deelnemers aan een halve marathon. Het volledige parcours is binnen de stadsmuren uitgetekend en is derhalve heel erg bochtig. Het regent lichtjes, er is veel zuurstof in de lucht. Ik kijk geboeid naar al die lijven en grimassende aangezichten die voorbijkomen, de zolen pletsend op de natte natuurstenen straattegels. Er is maar weinig publiek. Sommigen moedigen de lopers aan: daj daj daj! Lopers moedigen ook elkaar aan of spreken zichzelf moed in. Dit ontroert me. Ik voel dat ik op en ‘t end ben en de tranen schieten me in mijn ogen. De emoties (…) zijn er kennelijk te veel aan geweest. In de bibliotheek bezoeken we de leeszaal, waar rondomrond achter tralies duizenden boeken alle wetenschap en kennis uit een bepaalde periode van het predigitale tijdperk samenbrengen. Er is ook een snijzaal, met amfitheater. Hier werd anatomisch pionierswerk geleverd, ondanks de protesten van prelaten: de doos van Pandora werd gelicht, het hek was van de dam, de wetenschap was vertrokken en niet meer te stuiten. Bij het grote standbeeld van Neptunus op het plein eten we een broodje met mortadella en een kiwi die ons wordt aangereikt door een vertegenwoordigster van een van de sponsors van de loopwedstrijd. We houden even halt bij het uit honderden fotootjes bestaande monument voor de verzetstrijders en de recente plexiglazen plaquette voor de aanslag van 1980 in het station. * Het MAMbo, het plaatselijke museum voor moderne kunst (…). Ik bezoek het tijdelijk hier ondergebrachte Museo Morandi. Een zestigtal olieverfschilderijen, en nog eens zoveel etsen en tekeningen: genoeg voor een indigestie. Maar wat een kunstenaar! Hoog tijd me thuis dan eindelijk toch eens te verdiepen in de aan Morandi en zijn werk gewijde boeken die ik bezit, neem ik me voor. De documentaire Tre case van Mario Chemello over de Bolognese schilder. Ik noteer enkele dingen. Japanse schilders konden geen afscheid nemen van hun penselen. Ze konden ze niet weggooien of verbranden. Ze begroeven ze! Of deze. Wanneer Morandi goed begint te boeren, koopt zijn zus, die het geld beheert, een stuk grond op de buiten. De rustige omgeving zal haar broer goed doen. Een architect wordt onder de arm genomen. Die komt aanzetten met plannen voor een mooi landhuis. Maar Morandi snoert hem de mond. Hij bekijkt de plannen niet eens. Hebt u een blad papier en een potlood? vraagt de schilder aan de verbouwereerde architect. Morandi tekent zijn droomhuis, zoals een kind een huis zou tekenen: de suggestie van een volume, een deur in het midden, enkele raamopeningen, een driehoek als dak. Zo’n huis wil ik, zegt Morandi. En zo’n huis, zegt de documentairestem, is er uiteindelijk gekomen. Of deze. Om de schilderijen van Morandi te begrijpen wordt Galilei erbij gehaald. De werkelijkheid bestaat à la limite uit niets anders dan driehoeken, vierkanten, rechthoeken, cirkels… Niets is zo surreëel en abstract als de werkelijkheid zelf. In de museumshop wordt mijn aandacht getrokken door het lijvige boek Homo Sacer van Agamben. Moet eens kijken of het in vertaling bestaat. * (…) *