vrijdag 18 september 2020

vorig jaar 236

190905

(…) * In Lerici stappen we op de toeristenboot die ons langs de Cinque Terre moet voeren. We kunnen ons een hele dag, zoals Luc Devoldere schrijft, één voelen met ‘de horden’ die ‘vredevol en democratisch’ (Mijn Italië, 259) de geijkte bestemmingen aandoen. In een drietal van die prentkaartdorpjes gaan we even aan wal. Het is inderdaad allemaal erg fraai – al zouden de okers en gelen nog spectaculairder tegen het blauw van zee en lucht en het groen en grijs van het land hebben afgestoken indien de zon uitbundiger zou hebben geschenen. Dat doet ze vandaag niet, wat natuurlijk ook zijn voordeel hep. In Monterassa blijkt nog maar eens hoe doortastend R. kan handelen. Nog in de boot ziet ze dat er op het terras van het bovenop de boven de aanlegsteiger uittorenende rots een tafeltje vrij is en, jawel, uitgerekend aan dat tafeltje kunnen we, na haar demarche, plaatsnemen voor een lunch die niet alleen lekker maar ook prijzig is. Ik eet tagliatelle met een soupçon van truffel. * In Fontanellato, waar R. in een stoeterij een kamer besteld heeft (…). Op het terras van een eenvoudig restaurant aan het nachtverlichte kasteel eten we een pizza. De kinderen van de andere gasten spelen op de autovrije straat. Ik vertel over de vaderlijn in mijn familie, het bezoek met T. in Riva del Garda, de emoties die daarmee gepaard gingen en de gevolgen die het misschien heeft gehad. Door de maanverlichte vijfhonderd meter lange dreef vanaf het hek aan de weg stappen we terug naar de stoeterij, langs de paarden die blijkbaar ook ‘s nachts onverstoorbaar doorgaan met grazen. *