donderdag 17 september 2020

scherf 54

Lak


Inhoudelijk mag Onderworpen van Michel Houellebecq een razend interessant boek zijn omdat het een niet onmogelijk scenario voorspiegelt van een geïslamiseerd Europa, literair stelt deze ‘roman’ niet veel voor.

Eén ding moet je Houellebecq wel nageven: hij schrijft vlot, hij zuigt je onweerstaanbaar mee, hij vertelt met een rotvaart en met een schijnbaar achteloze nonchalance – en ja, de kwaliteit van de vertaling (Jacques de Haan) zal er ook wel voor iets tussen zitten dat je door dit boek gaat als een mes door boter. Het wordt tijd dat ik H. eens in zijn oorspronkelijke taal aanpak, om mij ervan te vergewissen, voor zover dat met mijn gebrekkige kennis van het Frans mogelijk is, of deze schriftuur daar even gestroomlijnd aanvoelt.

Maar dat is het dan wel. Een humoristisch angeltje hier en daar niet te na gesproken – daar valt ook wel van te genieten.

Onderworpen is vooral een als roman vermomd essay. Het staat bol van de ideeën – over Frankrijk, over de islam, over het esthetiserende katholicisme van J.-K. Huysmans (de auteur van onder meer Tegen de keer (1884)), en H. lult dat alles aan elkaar. Hij heeft ostentatief lak aan traditionele vertelconventies. Hij maalt niet om schoonheid. Of neen, hij lijkt daar niet om te malen – waarmee zijn manier van schrijven een verrassende pendant wordt van zijn vestimentaire attitude. De slordigheid maakt deel uit van zijn bestudeerde look. In zijn schriftuur geen afgedragen parka, maar wel sequenties die, wanneer het idee is afgewikkeld, plots worden afgebroken: na een gesprek gaat de protagonist bij het raam staan om naar buiten te kijken, of hij neemt een zoveelste glas meursault of cahors tot zich, of hij verliest zich in de aanblik van een door het beeld stappende vrouw met een stevige voor- en achtersteven. Waarna we weer naar een volgende scène trekken. De lezer wandelt aan de leiband mee.

H. breit de hoofdstukjes aan elkaar met behulp van toevallige ontmoetingen en locaties die enkel een idee moeten voeden, meer dan dat ze met enige noodzaak uit de verhaallijn voortvloeien. Zo laat hij zijn hoofdpersoon (de uit het universitaire milieu gerangeerde en solitair levende Huysmans-specialist ‘François’) gratuite verplaatsingen maken naar de Zuid-West-Franse stadjes Martel en Rocamadour om de heel eenvoudige redenen dat daar enkele bladzijden uit de vaderlandse geschiedenis zijn na te vertellen over vroegere confrontaties tussen de westerse beschaving en de islam. Wanneer onze Huysmansoloog daar een paar weken heeft gezeten – terwijl ondertussen de moslims, nadat ze de verkiezingen hebben gewonnen, samen met de socialisten de macht grijpen (in een combine tegen het Front National, dat in 2022, het jaar waarin deze futuristische roman is gesitueerd, de grootste partij is geworden) – keert François gewoon terug naar Parijs, om er tot de vaststelling te komen dat hij helemaal niet graag thuiskomt. Van lieverlee spreekt hij dan maar een fles rum aan en bestelt hij een escortemeisje, als was het een pizza die moet geleverd worden met Delivero.

Ik lees hem graag, H., maar met zeer veel reserve. En met mate.

 

Michel Houellebecq, Onderworpen, vertaling Martin de Haan (2015) (Soumission, 2015)