Dudzele - Ramskapelle - Knokke - Westkapelle - Oostkerke - Sint-Jozef
zondag 4 juni 2023
pauwenveren 42
(…)
een eland bronst, een pauw rekt al zijn veren uit,
(…)
Ilja Leonard Pfeijffer, Idyllen, 137
190113
pauwenveren 41
(...) Ik word
een wassen beeld van wie ik ben, een stuk karton
met perforatie dat de eersteklaswagon
voor mij ontsluit, een lange naam om bij te knikken,
gekoelde witte wijn om gulzig door te slikken
en om de zoveel tijd een pauwenveer.
Ilja Leonard Pfeijffer, Idyllen, 68
190111
pauwenveren 40
Waar
anders leer je om uit sabeltandivoor
gemarineerde
tijgerklauwtjes voor te kauwen,
terwijl
de elegantiemeester alle vrouwen
op
hun verzoek in tarantulahoning dipt
en
Thracisch bladgoud op de pauwenveren stipt
waarmee
we in het tafelzilver vomiteren
om
ruimte voor giraffendijen te creëren
met
zwarte saus van oud Nemeïsch leeuwenbloed,
gerijpte
Hesperidenappeltjes en goed
gedroogde
en gevulde Hydrakaviaar,
een
borrelhapje, snack, het gaat om het gebaar.
Ilja Leonard Pfeijffer, Idyllen, 35
190110
honderd woorden 394
DE MEISJE
‘(…) het zal niet lang duren of het nieuwe kind zal zich verbazen over de aanhoudende aanwezigheid van een vreemde man in haar bestaan (…)’. Met die zin klopt iets niet. Ik struikel. Moet het niet zijn bestaan zijn? Het kind: zijn? Ja, maar het kind waarvan sprake is een meisje. Welke logica volgt de schrijver? Die van de grammatica en het taalaanvoelen, of die van het geëmancipeerde genderbewustzijn? Natuurlijk gun ik Maxim Februari, zelf een ‘transpersoon’, de vrijheid om de bezittelijke voornaamwoorden naar de eigen hand te zetten, maar het wordt op den duur allemaal een kwestie van hyperbewustzijn.
Maxim Februari, Klont (2017), 265
zaterdag 3 juni 2023
honderd woorden 393
DAVER
De werken in mijn straat zijn begonnen. Ze zullen minstens zes weken duren. Het eerste wat moet gebeuren is het wegbreken van de betonplaten die samen met de bitumineuze voegvullingsmassa – dank u, Renaat Schotte – de bestrating vormen. Die ligt daar al bijna even lang als dat ik op deze wereld rondloop, zo blijkt uit de ingestanste datering op een van de eerste betonplaten. Nu worden de platen opgebroken met een soort van heipaalorgel. Dat gaat uiteraard gepaard met luid kabaal. De vier beukijzers doen het hele huis daveren. Er zijn al enkele boeken van Benno Barnard van hun plank gevallen.
vrijdag 2 juni 2023
honderd woorden 392
ACID
Er zijn drie discussies. De eerste is of de straffen die werden uitgesproken in verhouding staan tot het misdrijf. De tweede kwestie is hoe er consequent moet worden omgegaan met de privacy van de veroordeelden. De derde vraag houdt mij het meest bezig: moet iemand die een half miljoen kneedbare geesten bereikt zich laten leiden door een journalistieke deontologie? Voor mijn part mogen de namen van het zootje dat Sanda Dia de dood heeft ingejaagd worden bekendgemaakt. Maar door de manier waarop Acid dat heeft gedaan, doet hij zijn pseudoniem eer aan: deze influencer injecteert bijtend zuur in onze samenleving.
donderdag 1 juni 2023
honderd woorden 391
TINA
Door het trauma te laten opschrijven hoopt ze er definitief vanaf te zijn. Maar de biografie wordt een definitie: Tina ís haar trauma. There is no alternative. Een laag dieper onder de matrimoniale mishandeling: dat haar moeder haar verliet. Toch slaagde Tina erin om een comeback te forceren. Weliswaar onder de naam die zij van hém had gekregen. Ike Turner, intussen, knutselt wat verder aan zijn blues. Dat Tina om simply the best the worden op haar beurt haar kinderen veel heeft moeten achterlaten, dekt de documentaire met de mantel der liefde toe. Tina is opgedragen aan zoonlief Craig (1958-2018).
Daniel Lindsay en T.J. Martin, Tina (2020) – nog tot 26/6 op VRT MAX
woensdag 31 mei 2023
honderd woorden 390
EKSTERNEST
Door de stevige bries beweegt het hoog in de es gebouwde eksternest tot wel een volle meter heen en weer. Het houdt stand. Maar waar zijn de bouwers, die er de voorbije dagen zo ijverig aan hebben gewerkt? Druk communicerend, af en aan vliegend met materialen, acrobatisch balancerend op de takken rondom, vlechtend en stapelend. Wat stuurde hun beslissing om hier te bouwen en niet elders? Hoe zit dat besluitvormingsproces in elkaar? Wanneer besluiten ze dat het werk af is? En wanneer gaan ze nu dat ei leggen? Het kan toch niet zijn dat het allemaal vergeefse moeite is geweest?
dinsdag 30 mei 2023
honderd woorden 389
ZONDER AFSCHEID
Annemie Peeters laat haar gaste over rouw praten. De 87-jarige Greta Vandeborne weet daar alles van. Zij verloor haar jeugd, haar eerste echtgenoot door echtscheiding – ja, ook scheiden is: rouwen – en de tweede door een ziekte. Zij had een sterrenkind en, jawel, ook een hond. Rouw is beseffen dat de pijn om het gemis definitief is. Rouwen is moeilijk afscheid kunnen nemen, of dat helemaal niet kunnen. En zelfs niet willen. Het programma wordt op gepaste wijze afgesloten. Het reclameblok staat te dringen en Annemie praat de laatste minuut zo vol dat er geen plaats meer is voor Greta’s afscheidswoord.
https://www.vrt.be/vrtnu/luister/radio/v/voorproevers~11-175/voorproevers~11-23283-0/
maandag 29 mei 2023
honderd woorden 388
DIGIBEET
Ik hang voor veel af van digitale apparatuur, ja, ik heb zelfs een hang naar gadgets. Fototoestel, DAB+, internetbankieren, fiets-gps, sportwatch, gsm en natuurlijk pc: ik werk daar graag mee. Maar vraag mij niet een handleiding te spellen. Die instructies zijn Latijn, afstotelijk proza. Daardoor put ik niet alle mogelijkheden uit. Aan alles waar geen draad aan zit, kan ik geen touw vastknopen. Op draadloos ga ik loos. Professioneel kan ik reprimandes wegens mijn afkeer van alweer een efficiëntieverhogende app enkel nog met snel en accuraat werken compenseren, en zo het vernietigende verdict van voorgoed vergrijsde digibeet nog even afhouden.
zondag 28 mei 2023
honderd woorden 387
HONDERD WOORDEN
Als gefragmenteerd kind van mijn tijd knap ook ik af op lange teksten. Slechts bij een paar mensen breng ik trouw het geduld op om hun buitenmaatse spinsels te doorploegen. De onvermijdelijke keerzijde is dat ik veel waardevols veronachtzaam. Het is niet anders: het leven is kort en de tijd beperkt. De aandachtsboog kan niet altijd gespannen staan. Ik besef dat het omgekeerde ook waar is: velen vinden de omvang van mijn schrijfsels te rijk. En daarom keer ik terug naar de drabble: een contrainte die erin bestaat dat een bijdrage uit exact honderd woorden bestaat. In der Beschränkung, etcetera.
zaterdag 27 mei 2023
afscheid van mijn digitaal bestaan 310
voor deze rubriek selecteer ik de beste stukken die op deze blog zijn verschenen
Te veel boeken hebben is problematisch. Het confronteert je met je sterfelijkheid, met het vruchteloze en met het onvoldragene van de tijd… Maar er is een betere kant aan het euvel. Al die boeken die daar staan, en al die sporen die uit elk boek vertrekken, vormen mogelijke toekomsten. Je neemt een van die duizend boeken en je bent voor twee, drie weken, misschien een maand vertrokken. En dat ene boek leidt weer naar andere boeken, waaruit je er een kiest – en zo zijn er talloze mogelijkheden, talloze mogelijke trajecten die je nog kunt doorlopen. Ja, duizend boeken (‘duizend’ is een exemplarisch telwoord, ik zou het exacter kunnen houden maar dat is hier niet van tel) is te veel: de tijd is kort. Maar ik zou mij geen bibliotheek met tien boeken kunnen voorstellen: de toekomst zou te zeer vastliggen. Duizend boeken maken de toekomst – hoe eindig ook – aanvaardbaar, want: onvoorspelbaar. En vooral: groter.
vrijdag 26 mei 2023
parallel 206
Ook zij is een mysterieus schepsel, onkenbaar, ondanks de vijftien jaar dat we elkaars leven hebben gedeeld.
Sandro Veronesi, In de ban van mijn vader, 252
‖
Bodo Klein hield van zijn vrouw. Maar hij kende haar niet. Niet wezenlijk.
Maxim Februari, Klont, 20
afscheid van mijn digitaal bestaan 309
voor deze rubriek selecteer ik de beste stukken die op deze blog zijn verschenen
ARBEID
In tijden van crisis – de uitdrukking ‘in tijden van crisis’ is opnieuw ‘staande’ – steekt het beroep op het zogenaamde ‘recht op arbeid’ te pas en te onpas de kop op. Want zo gaat dat: mensen verliezen door toedoen van economische omstandigheden die volledig aan hun controle ontsnappen hun werk – hetgeen niet zo verbazingwekkend is want elke economie probeert kostenbesparend te zijn en is dus per definitie niet gericht op het tewerkstellen van zoveel mogelijk mensen, wel integendeel: dat is een spijtige misvatting! In tijden van crisis is het dus niet langer evident werk te ‘hebben’ of te ‘houden’ – er moet worden geijverd voor een algemenere en standvastigere tewerkstelling en filosofisch wordt daarbij het 'recht op arbeid’ van eenieder uit de kast gehaald.
Daar valt moeilijk op af te dingen. Maar het loont toch de moeite er even over na te denken. Het recht op arbeid lijkt een vanzelfsprekend uitgangspunt. Het recht op arbeid is - naast een aantal andere rechten waarmee wij, ook al omdat het niets kost, gemakkelijk schermen, zoals het recht op vrije meningsuiting – het recht op arbeid dus is opgenomen in allerlei internationale verdragen, onder meer de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens. (Hoed u voor het struikelen over kapitalen.) Het recht op arbeid. Niet op de vruchten van de arbeid – een zeker inkomen, het vermogen zich materiële goederen aan te schaffen, een huis te huren, de dokter te betalen, scholing voor de kinderen – maar op arbeid. Het gaat om recht op arbeid, los van datgene waartoe die arbeid moet leiden. Arbeid zou – op zich – de menselijke waardigheid ten goede komen. Dat is de premisse van zo’n fundamenteel mensenrecht. Dat wil zeggen: door arbeid te verrichten zou de mens zich waardevoller voelen, een grotere of stevigere eigenwaarde ontwikkelen, waardiger zijn.
Daar valt iets voor te zeggen, maar zeker niet alles. De mens heeft immers evengoed het recht op luiheid. En het valt zeker niet te ontkennen dat veel mensen die de facto het voorrecht genieten werk te hebben tegen hun goesting werken.
Zou het niet zinvoller, of humanistischer, zijn om te spreken van een recht op zinvolle arbeid? Want wat is arbeid? Of beter: wat kan het zijn? Welke vormen kan arbeid zo allemaal aannemen? In elk geval ook: de gekste, onaangenaamste, lastigste, absurdste, mensonterendste vormen. Daar sta je dan met je zekerheid en je vastigheid en je vermogen aan de lopende band. Het recht op zinloze arbeid, tja, dat lijkt – buiten patronaatskringen – moeilijker te verdedigen.
Arbeid wordt meestal niet gezien als iets wat zijn doel in zichzelf heeft. Arbeid is geen waarde op zich. Arbeid wordt nogal gemakkelijk in dezelfde hoek geduwd als – per definitie onaangename – krachtinspanningen en moeite. Arbeid wordt in hoofdzaak verricht om iets ánders dan arbeid te bereiken. Je doet het niet voor de lol.
Door de arbeidsverdeling en de toegenomen specialisering (vanwege de complexiteit van de producten en van het veralgemeende efficiëntiedenken) is arbeid losgekomen van het ambachtelijke vernuft, van de organische band met de natuur, de natuurkrachten, de natuurlijke mogelijkheden. Overorganisatie heeft de arbeid – paradoxaal genoeg – gedesorganiseerd, in de zin van: minder organisch gemaakt. Daardoor lijkt arbeid aan zinvolheid te hebben ingeboet.
Beter zou het zijn, in plaats van te spreken over recht op arbeid: te spreken over recht op zinvolle arbeid. We moeten opnieuw meer vertrouwd worden gemaakt met de gedachte, de mogelijkheid, dat arbeid ook een zin in zichzelf – en niet enkel buiten zichzelf – kan dragen.
Alleen dan is er zoiets als arbeidsvreugde mogelijk.
donderdag 25 mei 2023
afscheid van mijn digitaal bestaan 308
voor deze rubriek selecteer ik de beste stukken die op deze blog zijn verschenen
AQUAREL
Waar je met olieverf nog goed weg kunt komen, val je met aquarel radicaal door de mand als je die techniek niet onder de knie hebt. Het uitsparen, het leggen van laag op laag, het juiste mengen van de kleuren (in de deksel van je doos of, door het ene - transparante - kleur bovenop het andere aan te brengen, op het blad zelf): dit medium straft meedogenloos elke onbedachtzaamheid af. Aquarellen doe je dan ook voor minstens de helft met je verstand. Dat is meteen de zwakte van deze techniek: de aquarellist hoort een amalgaam van kneepjes en trucs te kennen, en wie het allemaal goed onder de knie heeft, kan als geen ander (of net: als alle anderen die het ook kunnen) effecten sorteren. Vandaar dat de ‘geslaagde’ aquarel altijd epateert, maar nooit dezelfde expressieve kracht kan sorteren als een olieverfschilderij – waarop inderdaad wél nog ruimte is voor de getormenteerde dramatiek van fouten maken en zoekend onvermogen. In de aquarel primeert het uiteindelijke resultaat, in het olieverfschilderij blijft de afgelegde weg zichtbaar.