190828
(…) * (…) * (…) Serendipity van Paul Claes. (…) Uit de inleiding pen ik de volgende zin over: ‘Serendipiteit is een pleidooi voor een leesplezier dat zich verliest in associaties die uitwaaieren als serpentines.’ Een pleidooi kan serendipiteit natuurlijk niet zijn, maar ik begrijp wat Claes bedoelt en onderschrijf het. Lezen heeft veel van een spel, het is nutteloos en vermeit zich in zichzelf. * Ik begin, in het zog van De grote verkilling, aan het boekje dat ik een tijd geleden aanschafte: het door het ‘comité invisible’ geschreven pamflet L’insurrection qui vient en dat blijkt een goede lectuurkeuze want al meteen in het eerste hoofdstuk, ‘Premier cercle. “I am what I am”’, tref ik een parallel aan met wat ik bij Van Istendael las, namelijk het gegeven van de ‘grote versnippering’ als gevolg van de volkomen geïndividualiseerde zingeving, wat, paradoxaal genoeg, tot onvrijheid leidt: ‘La liberté n’est pas le geste de se défaire de nos attachements’ of: ‘Vrijheid vinden we niet in het ons ontdoen van wat ons verbindt’. *
190829
(…) * Op het eind van de inleiding van Orgelman, Mark Schaevers’ biografie van de schilder Felix Nussbaum, vind ik de mij bekend voorkomende (want wellicht in een recensie gelezen) anekdote van de taart: Felix herinnert zich dat zijn moeder zei, wanneer hij om taart zeurde, dat hij er dan maar een moest tekenen. ‘Dat deed ik dan, en ze smaakte me altijd beter dan die van de bakker. En zo doe ik het nog altijd.’ Soms heb ik bij het schrijven een vergelijkbare sensatie! Anderzijds: ‘Scheppen zonder echo is deprimerend,’ klaagt Nussbaum in een brief. ‘Deprimerend zijn ook de vele schilderijen die men geschilderd heeft en nog schildert en die sprakeloos op zolderkamers rondhangen en zich vervelen.’ * En ondertussen zijn we in de fase gekomen dat parlementen buitenspel worden gezet. Benieuwd of de Britten een antwoord verzinnen op de gok van ‘Bojo’. Erom lachen moeten we zeker niet doen. Dat doet ook Dirk Draulans niet, in een tekst die door P. wordt gedeeld op Facebook en die me echt naar de keel grijpt. Wat kun je inbrengen tegen die moedeloosheid en woede? Wat moet je in deze steeds meer beangstigende en boos makende tijd doen? Ik weet het niet. De eigen tuin wieden? Een boek lezen? Een paar notities maken tegen het vergeten? * In de Fnac (…) sta ik in de rij aan de kassa achter W. Hij ziet er verrassend goed uit – ik hoorde een week of twee geleden van S. toch dat hij in de spoedafdeling was opgenomen (…)? (…) Het voorval doet mij op de een of andere manier denken aan het feit dat ik vorige week in de Colruyt Raoul Lambert zag, ook een oude man die toch stilaan tegen de tachtig moet aanbeland zijn. *