zondag 6 september 2020

vorig jaar 224

190815

 

In de bundel Man met ervaring van L.H. Wiener staat het verhaal ‘Een buisje Alka-Seltzer’. Het dateert van 1969. De ik-figuur bladert in een boek over Dylan Thomas waarin hij heeft geschreven dat hij het heeft uitgelezen ‘21/2/’67’. Het doet hem denken aan die keer dat hij samen met ‘R.’ en ‘Ponchinelli’ in Wales was en er het huis van Dylan Thomas zocht. Na enige tijd vinden ze het huis aan het water. Het is onbewoond. Ze breken in en vinden een tijdsaanduiding in de vorm van een tijdschrift: ‘Time, June 1965’. Thomas’ weduwe heeft daar kennelijk nog minstens 12 jaar na de dood van haar man gewoond. Het huis ruikt vochtig en naar schimmel, maar er staat nog veel huisraad. In de lade van een bureau vinden ze een map, met daarin ‘een stapel gedichten’ in typoscript, ‘die ons bij vluchtig doorlezen voorkomen als nog niet eerder gepubliceerd’. Enkele woorden zijn doorgehaald, bijvoorbeeld een ‘fool’ is een ‘good for nothing’ geworden. ‘Op die wijziging kun je promoveren, zegt R.’ De map wordt op de plaats waar hij werd aangetroffen teruggelegd en de drie verlaten het huis. Later overweegt de ik, terwijl hij zijn voeten wast in de wasbak van de hotelkamer, of ze niet ‘een brief kunnen schrijven naar het British Museum’, ‘misschien sturen ze een mannetje’. ‘R. antwoordt niet.’ Die Ponchinelli is, zo blijkt uit een brief van L.H. Wiener van 28 juli 1969 (opgenomen in Fallen Leaves. Brieven 1966-2016), Wieners moeder. Samen met haar en een zekere R.A. Basart, de ‘R.’ in het verhaal, had Wiener het plan opgevat om het Boat House van Thomas, dat destijds blijkbaar nog leeg stond, te kopen om er een museum van te maken. Daartoe hadden ze Richard Burton aangeschreven in de hoop dat hij, bekend met Thomas en bemiddeld als hij was, de zaak zou financieren. Burton reageerde vriendelijk maar hoe de zaak verder afliep, daar wordt in het brievenboek niet op teruggekomen. * (…) *