donderdag 6 november 2014

zomer veertien 73



2 september – dinsdag / Visart

Aan het schrijven van het lemma‘Atout’ voor ‘Mijn woordenboek’ beleef ik vandaag nog het meeste plezier. Ik lees ook: Mazzantini en Proust. (…)

(…)

Ik ben onder de indruk van het eerste hoofdstuk van Denk morgen op het slagveld aan mij van Javier Marías. We ervaren via de ik-persoon wat het is om in een compromitterende situatie terecht te komen. Hoe Marías met enkele basale plotelementen een schier ondraaglijke spanning en een grote betrokkenheid met de personages weet op te bouwen: meesterlijk! Ik kan niet wachten met het vervolg!

(…) Een van J.’s twee dochters studeert nu aan de Rietveld Academie in Amsterdam. Ze moet daar nog een kamer zien te vinden. Geen sinecure want de goedkoopste kamers worden daar voor vijfhonderd euro verhuurd. Hoe moet je dit als alleenstaande ouder voor elkaar zien te krijgen? Zonder lening gaat het niet. Ik stel dat het niet zou mogen, dat soort huurprijzen. Er zou een tarief moeten bestaan, volgens aantal kamers en comfort etcetera, en verschillen tussen steden onderling en zelfs tussen stad en platteland zouden niet mogen mogen. Naïef ongetwijfeld. Ik zie de halve maan zakken en wanneer hij de bovenkant van de haag heeft bereikt, zeg ik dat het tijd is om te gaan slapen want morgen moeten we vroeg op.