(…)
Een interessante gedachte in Ter wereld gekomen, dat mij, in al zijn
uitgesponnenheid, na een bladzijde of tweehonderd (van de vijfhonderd) toch
begint te vervelen. Het is een gedachte die gewijd is aan de oorlog, maar
eigenlijk, uiteindelijk, aan de dood. ‘Dat is oorlog. Alles reduceren tot
dezelfde leegte, een openbaar toilet en een klooster in dezelfde puin, een dode
man naast een dode kat.’ (199) Oorlog ontstaat in het niet aanvaarden van
verschillen. Oorlog wil verschillen opheffen, alles gelijk maken. Maar dat is
precies wat de dood is: daar waar alles gelijk gemaakt is, waar geen
verschillen meer bestaan, waar we allemaal dezelfde zijn en blijven. Enkel in
de verschillen bestaat het leven, dat een voortdurend vergelijken is, tussen
wat is en nog niet is en dus nog moet of kan worden. Of het nu groei of
neergang is. Leven is gelegen tussen de verschillende dingen die, door ze samen
te brengen, iets nieuws kunnen genereren. In de dood wordt niets meer. Als we dood zijn is ’t gedaan.
Ik kan me niet herinneren ooit
eerder zo verontrust te zijn geweest door het nieuws over de internationale
politiek. (Door het nieuws over de ecologische toestand van onze wereld ben ik
dat al langer.) Ik werd geboren en groeide op tijdens de Koude Oorlog, een in
hoge mate abstract conflict, waaraan wij op den duur gewend raakten zonder er
de mogelijke impact van op een correcte wijze in te schatten. Het belangrijkste
historische kenmerk van deze periode leek: dat er niets gebeurde. Stilstand. Ons werd wijsgemaakt dat hieraan op het
eind van de jaren tachtig een eind kwam. De Wende
was vooral een goednieuwsshow (dachten we), 9/11 zou een geïsoleerde ramp
blijven, het werk van gekken. Maar we hadden moeten weten dat de verstoring van
een lang bewaard evenwicht onstabiliteit inluidt. Stilaan zwelt, aanvankelijk
in sourdine, het gerommel aan – nacht en ontij naderen. De revoluties van
Noord-Afrika, de primitieve slachtpartijen dieper in Afrika, de al decennia
etterende zweer in het Midden-Oosten en de chaos die is ontstaan na Amerikaanse
interventies in Irak en Afghanistan, allemaal brandhaarden die worden
aangewakkerd met etnische conflicten en religieus geïnspireerde en naar mijn
aanvoelen vooral hysterische fundamentalismen: dit alles doet een
afschrikwekkende cocktail ontstaan van absurd geweld, van onversneden
negativisme. En dan is er nu die regelrechte oorlogsdreiging in Oekraïne, waar
alsnog de twee grote machtsblokken van de Koude Oorlog tegenover elkaar komen
te staan, uitgerekend in het jaar waarin we de Eerste Wereldoorlog gedenken. Ik
volg dag na dag het nieuws en ik moet toegeven: ik ben ongerust, en dat is voor
mij een nieuw gevoel.