maandag 23 mei 2022

notitie 194

(220520)

ACHTTIEN JAAR BLOGGEN (3/3)

Af en toe diep ik uit mijn analoog archief teksten op uit de tijd dat ik cultureel en vervolgens louter literair journalist was, maar meestal gaan de recensies en notities op mijn blog toch over boeken die ik nu lees en films die ik nu zie. Tot voor kort ging het vaak om boeken die ik las in het kader van de leesclubs die ik meer dan een decennium begeleidde. Tegenwoordig doe ik het allemaal enkel nog voor mijn plezier. Lezen, films bekijken en schrijven: ik doe het even graag en zolang ik de indruk heb dat anderen er iets aan kunnen hebben, maak ik graag mijn bevindingen wereldkundig.

Enkele keren maakte ik een reeks waarin ik dagboekachtige notities kwijt kon. Het gaat dan wel meestal om beschouwingen van culturele of politieke aard. Ik ga ervan uit dat er geen noodzaak bestaat om mijn persoonlijke huis-, tuin- en keukenaangelegenheden aan de grote klok te hangen. Bij mijn geen katten- of voedselfoto’s, geen loodgietersleed of medische beslommeringen, geen berichten over de kinderen en/of kleinkinderen noch over intieme aangelegenheden. Ik heb er ook altijd over gewaakt dat men op basis van mijn blog niet kan achterhalen wat ik om den brode doe.

Toch kwamen er stilaan langere reeksen die ingaan op persoonlijke aangelegenheden. In 2014 maakte ik een fietsreis door Frankrijk en daar bracht ik uitvoerig verslag over uit. (Zie hier voor een samenvatting.) En in 2018 belandde ik na een fietsongeluk voor twee maanden in het ziekenhuis. Ook daarover schreef ik, ook hier zonder de bredere context uit het oog te verliezen.

De rubriek ‘LVO’ startte ik in september 2019. ‘LVO’ staat voor ‘Het leven als voorlopige oplossing’ en, jawel, dat is ook de titel van mijn blog. Maar hier gaat het om notities die allemaal samen een autobiografie moeten vormen. Op mijn blog verschenen tot nu toe 220 afleveringen die de basis vormen van wat in afgewerkte vorm tot dusver in twee in eigen beheer uitgegeven boekdelen is uitgemond: De elfde teen (2020) en Populierendreef 29 (2021). Het derde deel van deze autobiografische cyclus Het leven als voorlopige oplossing is in voorbereiding: Het maaiveld verschijnt wellicht in het najaar van 2022. Ik zal op tijd laten weten wanneer erop kan worden ingetekend.

In mindere mate – maar toch ook – autobiografisch was de reeks ‘Op naar de zestig’, die liep van 13 oktober 2020 tot 12 oktober 2021, mijn zestigste verjaardag. Elke dag plaatste ik een foto met daaronder een bijschrift van precies honderd woorden. Een leuke schrijfoefening was dat, die druk werd gevolgd, niet het minst omdat een lengte van honderd woorden op Facebook stilaan de maximale aandachtsboog is. En natuurlijk ook omdat er telkens een plaatje bij het verhaal stond.

Een interessant gegeven bij het autobiografisch schrijven is het respecteren van de privacy. Privacy wordt, in deze tijd waarin stilaan iedereen op de toppen van zijn tenen loopt, steeds nadrukkelijker een heikele aangelegenheid. Op Facebook waak ik er in elk geval over dat mijn teksten en de commentaren die erbij worden geleverd niet verglijden tot scheldpartijen en steriel gepolariseer. Om een en ander binnen de perken van het fatsoen te houden, helpt, zo blijkt, een beleefde toon.

Ik waak er ook over dat ik niet te veel tijd aan mijn blog en aan Facebook besteed. Ik post elke dag omstreeks acht uur ’s ochtends mijn dagelijkse foto. Tegen het eind van 2022 zal ik met die reeks bij ongeveer 6700 zijn aangekomen – ik vermoed dat ik daarmee in ons land een van de langstlopende ‘dagelijkse foto’-reeksen in stand houd. Daarna werk ik mijn eveneens dagelijkse notitie af, waarvoor ik meestal al de dag voordien de fundering heb gelegd. Wanneer die beide zelfopgelegde taken zijn ingevuld, doe ik mijn ronde bij mijn Facebook-collega’s, weliswaar in hoge mate gestuurd door de grillen van het altijd ondoorzichtige algoritme maar toch, naar mijn gevoel, voldoende om min of meer op de hoogte te zijn van wat urgent is: je weet op de duur wie je in de gaten moet houden. En ook wie niet, natuurlijk. En wanneer dat allemaal gebeurd is en het zo tegen negen uur draait, keer ik terug naar mijn analoge wereld. Uiteraard kan ik niet weerstaan aan de aandrang om in de loop van de dag af en toe eens te gaan kijken of er zich belangwekkende nieuwigheden of interessante reacties op mijn posts hebben aangediend. Vaak leidt dat dan weer tot nieuwe zijwegen en dwaaltochten, die op hun beurt vaak inspiratie opleveren voor nieuwe notities. Om die reden ben ik niet geneigd te stellen dat ik ‘tijd verlies’ aan Facebook, al moet ik toch vaststellen dat ik achteraf vaak weer eens niet meer weet waar ik overal heb gezeten. Wat ik verder over Facebook denk, is hier te lezen.

Ooit zal over deze blog het doek vallen. Hopelijk niet doordat Blogger, de leverancier van de gratis software, er de stekker uit trekt, maar wel omdat ik op een gegeven ogenblik de pijp aan Maarten zal geven. Dat gebeurt uiteraard pas over minstens vijfenveertig jaar, maar toch. Ik wacht echter niet om ‘afscheid van mijn digitaal bestaan’ te beginnen nemen – dat is meteen de titel van een rubriek waarin ik de beste bijdragen tot deze blog nog eens oprakel.