zondag 15 mei 2022

notitie 186

(220510)

GEMAAIDE ZONES

Twee weken geleden dacht ik bij mezelf toen ik mijn wandeling rond het Stil Ende maakte: ‘Ze zijn laat dit jaar.’ Ik bedoelde: ‘Met maaien.’ De schuin naar de centrale waterpartij aflopende bermen waren nog niet gemaaid. Het gras was lang en er stonden vele duizenden bloemetjes in: madeliefjes, paardenbloemen, boterbloemen. Enfin, ’t was een schoon zicht. Laat duizend bloemen bloeien.

En ik dacht: ‘Ze hebben het eindelijk begrepen.’ Met ‘ze’ bedoel ik: de taakverdelers van de Groendienst.

Niet dus. Een dag later maakte ik opnieuw mijn wandeling en, jawel, de perken waren gemaaid. Eind april – dus nog net voor de maand mei waarin wordt opgeroepen om niet te maaien. De redenen zijn gekend. Ongemaaide grasperken zijn van levensbelang voor de insecten. Ze houden beter het water tegen (voor zover dat er is in een periode van droogte zoals we er nu weer een kennen). En ze zijn eenvoudigweg ook mooier, als u het mij vraagt. (Maar u vraagt het mij niet, dus zeg ik het zo maar.)

Ik zag het met lede ogen aan. Weg duizend bloeiende bloemen. Weg voedsel voor insecten. Weg voor vele soorten levensnoodzakelijke bestuiving. En waarom? Wat was het voordeel, de bedoeling?

Ik schreef op 26 april de Groendienst aan. Dat kan hier in Brugge. Je kunt met vragen en meldingen en klachten terecht op de website brugge.be. Inspraak heet dat en dat is een goede zaak. Ik hield mijn vraag kort en bondig: ‘Waarom worden de grasperken, volop in bloei, nu al afgereden? Dit tegen alle campagnes voor insectvriendelijk onderhoud in. Bijvoorbeeld: Stil Ende.’ Mijn vraag werd bijgezet in het dossier nummer M2022/004077. Een spoedig antwoord werd mij beloofd. Ik kreeg ook nog de mededeling dat ik, indien mijn melding zou gelinkt zijn aan veiligheid of eenzaamheid, ik terechtkon bij de lokale politie Brugge op het nummer 050 44 88 44. Maar dat was godzijdank niet van toepassing. Op 28 april reeds – dat was rap! – kreeg ik het bericht ‘Uw melding over "gras niet insectvriendelijk" wordt momenteel behandeld door de dienst Openbaar domein.’ Toen was het wachten tot 9 mei – het gras in de perken van het Stil Ende had alweer een zekere lengte bereikt en vele madeliefjes staken opnieuw de kop op want ‘onkruid’ vergaat niet. Ik kreeg het langverbeide antwoord: ‘Vanuit het bestuur wordt er gevraagd om het gras in de regelmatig gebruikte gebieden kort te maaien. Zones zoals parken, de Vesten die gebruikt worden door veel mensen zijn niet geschikt om het gras lang te laten staan. Doorheen de jaren hebben we op verschillende plaatsen bloembollen geplant. De laatste 4 jaar was dit zo’n 70.000 stuks per jaar. Al deze zones worden pas gemaaid na 15 juni. Op die manier zijn er toch ook heel wat zones die niet gemaaid worden, wat bijdraagt tot de biodiversiteit in deze gebieden.’

Voilà. Dat is dan duidelijk.

De bermen langs het Stil Ende worden niet ‘gebruikt’: ze zijn omheind om de gekortwiekte zwanen die er leven tegen te houden. (Nu zijn die al een heel jaar opgehokt vanwege de vogelgriep.) En waarom bloemen planten als de natuur daar zelf voor zorgt?

Maar we bekijken het, zoals steeds, positief: het is tot de Stedelijke Groendienst doorgedrongen dat het niet maaien van ‘zones’ ‘bijdraagt tot de biodiversiteit in deze gebieden’. We gaan erop vooruit!