(220519)
ACHTTIEN JAAR BLOGGEN (2/3)
(zie hier voor deel 1 van deze notitie)
Ik begon mijn blog ‘Het leven als voorlopige oplossing’ – toen heette hij nog ‘Pascal Digital’ – op 8 juni 2004. De eerste notitie was een beschouwing over partijpolitieke communicatie. Daarmee was de toon gezet want in de loop der jaren zou blijken dat zowel politiek als communicatie (reclame, media…) favoriete thema’s waren. Daarnaast kwamen stilaan ook meer en meer aan bod: mijn fietsactiviteiten, literatuur (onder meer Proust – wat na enige tijd tot een spin-offblog leidde: Rechercheur (http://rechercheur.blogspot.com/)), dromen, film, enzovoort. Al vlug vond ik stramienen om regelmaat in mijn berichten te krijgen. Zo startte ik de rubriek ‘Mijn woordenboek’, waarin ik vrij associeerde bij elk woord dat ik in de Van Dale tegenkwam waarbij ik iets interessants meende te kunnen bedenken. De rubriek startte bij ‘AAK’ en strandde na 428 afleveringen op 12 februari 2016 bij ‘AVONTUUR’: net niet helemaal de eerste letter van het alfabet afgewerkt.
In het begin ging ik ook nog in op elke reactie die binnenkwam, maar dat werd op de duur onmogelijk. Na ongeveer een jaar begonnen de eerste foto’s op de blog te verschijnen (tot dan had ik parallel mijn fotoblog aangehouden), en later kwamen er ook nog tekeningen bij. (Een niet helemaal bijgewerkt overzicht van alle rubrieken is in de rechterkolom van de blog te vinden onder ‘gebruiksaanwijzing’.)
Nu zijn we achttien jaar en bijna twintigduizend posts verder. Naarmate Facebook een rechtstreeksere interface bleek te zijn (hoewel ondertussen als medium alweer in grote mate voorbijgestreefd en door velen, vooral jongeren, losgelaten), werd de blog zelf vooral een archief. Wanneer ik mij meen te herinneren ooit eens iets over iets te hebben geschreven, kan ik dat via de zoekfunctie vlug opzoeken. Naar verluidt zouden ook buitenstaanders via Google regelmatig op mijn blog terechtkomen wanneer zij iets over een boek of een film zoeken – maar daar heb ik geen zicht op. Als de statistiekfunctie betrouwbaar is, dan zijn er dagelijks gemiddeld tussen de honderdvijftig en tweehonderd ‘hits’ op mijn blog. Enkel op de blog dus. Hoeveel mensen er mijn ook op Facebook aangeboden productie volgen – daar heb ik het gissen naar.
Maar goed, dat doet er eigenlijk niet toe. Hoofdzaak is dat ik het idee of het gevoel heb dat wat ik maak gezien en gelezen wordt door een aanvaardbaar aantal mensen, en dat moedigt mij aan om ermee voort te doen. Niet onbelangrijk is dat voor mij want vanaf het begin vond ik in het regelmatig voeden van mijn internetkanalen een structuur. Dankzij de dagelijks op te brengen discipline om in ‘input’ te voorzien en zo aan klantenbinding te doen, kon ik in bepaalde moeilijke periodes het hoofd boven water houden en/of het noorden niet kwijtraken.
Aanvankelijk kon ik bij mijn toenmalige vrienden op maar weinig begrip rekenen. Als adepten van de uitermate analoge Dan Van Severen bleven zij in hoge mate en zeer hardnekkig predigitaal. Zij vonden het vreemd wat ik deed. Voor zover ik in hun gezelschap als niet-beeldend kunstenaar al niet marginaal was, duwde ik mezelf door mijn internetactiviteiten al helemaal naar de periferie van hun belangstelling. Dat voelde niet goed aan want voor mij begonnen mijn digitale activiteiten alsmaar essentiĆ«ler te worden. Ik had er een middel in gevonden om mijn creativiteit, die voor mij wel degelijk levensnoodzakelijk was, te kanaliseren. Tot een van die toenmalige vrienden eindelijk begreep waar het mij om te doen was. ‘Wat jij doet,’ zei hij, ‘is een “work in progress”.’ Zo had ik het tot dan zelf nog niet gezien, maar het was wel de nagel op de kop. Een ‘work in progress’, dat is mijn blog al die jaren gebleven. Nooit definitief en finaal afgerond, maar iedereen mag wel een kijkje nemen in de keuken waarin ik sta te koken.