zaterdag 7 mei 2022

notitie 178

(220505)

GEEN EGOTRIPPERIJ

Ter voorbereiding van de leesclubbijeenkomst over De jaren las ik interviews van Annie Ernaux, in het begin van de eeuw afgenomen door Frédéric-Yves Jeannet en verzameld onder de titel L’écriture comme un couteau. In die tijd was Ernaux al een tijdje materiaal aan het verzamelen voor Les années, dat uiteindelijk pas in 2008 zou verschijnen en in 2020, door de vertaling van Rokus Hofstede, ook in het Nederlands taalgebied zou zorgen voor een golf van erkenning. Ik wijdde al een paar keer een notitie aan dat boek. (°)

Een van de vragen die die bij de lectuur van dat interviewboek rijzen, is die naar het autobiografische gehalte van Ernaux’ geschriften. Is het niet allemaal erg egocentrisch wat ze schrijft, is het niet allemaal erg betrokken op het ‘ik’?

Het antwoord is: neen! In haar acht jaar later, in 2011, geschreven nawoord staat Ernaux stil bij het – voor haar onverwachte – succes van Les années. Dat wijst volgens haar op een ‘besoin de mémoire’ bij haar lezers, ‘en cette époque de mutations sans précédent’ (146). Wanneer alles begint te schuiven, wil de lezer houvast. Ernaux heeft het dan niet over de officiële geschiedschrijving of het bewaren van documenten in archieven, maar in het bewaren van een doorleefde tijd, het collectieve geheugen dat wordt gevormd door te leven, ‘traversés que nous sommes par les choses et les idées, les événements qui composent l’air du temps’. (146) Dat haar boek de mensen aanspreekt, heeft niet alleen te maken met een individueel beleefde melancholie: ‘ce livre donne conscience que nous faisons histoire ensemble’. (146)

Deze nadruk op de primauteit van het collectieve boven het individuele komt op verschillende plaatsen terug. Ik vermoed – want ik las verre van alles – dat dit toch vooral Ernaux’ recentere boeken betreft want in eerdere boeken had zij het toch vooral over episodes uit haar persoonlijke geschiedenis – een traumatische gebeurtenis, een abortus, haar ouders, haar huwelijk, enzovoort –, zij het dat ze deze altijd zag in de bredere politieke en maatschappelijke context. Het oeuvre van Annie Ernaux is een mengvorm van autobiografie, geschiedenis en sociologie.

In Les années komt het persoonlijk voornaamwoord je zo goed als nergens voor. Het is altijd on en nous. Ernaux heeft het dan ook over een ‘“autobiographie vide”, c’est-à-dire collective’. (145)

Haar beweegreden is: een materieel spoor achterlaten. Zij kan zich niet indenken dat ze zou verdwijnen en dat het zou zijn alsof ze niet had bestaan. ‘Ne pas être venue au monde pour rien, inutilement.’ (136) Hier gaat het om: ‘Sauver de l’effacement des êtres et des choses dont j’ai été l’actrice, le siège ou le témoin, dans une société et un temps donnés’. (114) Om te schrijven heb je materie nodig: ‘L’écriture a besoin du temps, du quotidien, des autres.’ (120)

Ernaux mijdt emoties, ze registreert, noteert, objectiveert. Dat wordt zeer duidelijk in La vie extérieure, dagboeknotities uit 1993-1999 waarin het vaak gaat over wat er in de kranten staat of wat er te zien is in het grootwarenhuis of op de metro. Ze schrijft vaak over onderwerpen die meestal niet aan bod komen in de literatuur: ‘les supermarchés, le RER, l’avortement’. (74)

‘Ce qui compte, c’est l’intentionnalité d’un texte, qui n’est pas dans la recherche du moi ou de ce qui me fait écrire, mais dans une immersion dans la réalité supposant la perte du moi – laquelle, certes, est à mettre en relation avec le social, le sexuel, etc.! – et une fusion dans le “on”, le “nous”. (58) Intimiteit moet zeker beschreven worden, maar dan enkel in relatie met de maatschappelijke vectoren die haar definiëren.

*

Annie Ernaux en Frédéric-Yves Jeannet, L’écriture comme un couteau (2003)
Annie Ernaux, Les années (2008), door Rokus Hofstede vertaald als De jaren (2020)
Annie Ernaux, La vie extérieure (2000)

(°) https://pascaldigital.blogspot.com/2020/11/scherf-81.html
https://pascaldigital.blogspot.com/2020/11/scherf-82.html

https://pascaldigital.blogspot.com/2020/11/scherf-80.html