notitie 174
(220429)
Na Claus en Olyslaegers zet Tom Lanoye op zijn beurt zijn grote collaboratieroman in de markt. Zo deed toch de buzz over De draaischijf de ronde. De draaischijf zou naast Het verdriet van België en Wil komen te staan. Nu ben ik zelf van oordeel dat Het verdriet en Wil zelf al niet op hetzelfde schap thuishoren, maar ik begrijp de opgeroepen verwachting. Maakt De draaischijf zijn ambitie waar?
Qua volume valt Lanoyes nieuwste worp met 473 bladzijden mooi tussen de 334 van Wil en de 774 genereus gezette pagina’s van Het verdriet. Aan de vormgeving van het volumineuze boek is veel zorg besteed. Het siert Lanoye dat hij altijd een punt maakt van de verpakking van zijn waren. Dooreman ontwierp – dat vermoed ik toch – een nieuwe kapitaalletter om de titel te zetten. Van de eerste druk is een ‘bibliofiele uitgave op zestien ( + vier h.c.) exemplaren’ gemaakt, ‘door de auteur genummerd en gesigneerd’. En de inkleuring van de door Michiel Hendryckx gemaakte coverfoto laat aan duidelijkheid niets te wensen over. We zien de diepzwarte silhouetten van enkele gevelbeelden van de Bourlaschouwburg afsteken tegen een knalgele bewolkte lucht. Tom Lanoye heeft zelfs ‘met zijn mobieltje’ een foto gemaakt die ‘verso op de stofomslag is afgedrukt’. (Alle hier gegeven citaten neem ik over uit de colofon.)
Waar Claus op onfrisse toestanden stuit in zijn persoonlijke verleden en Olyslaegers aan de hand van onder meer de herinneringen van zijn grootvader een beeld schetst van de kwalijke gebeurtenissen in Antwerpen tijdens de Tweede Wereldoorlog, schildert Lanoye een zeer weids opgezet portret van theaterdirecteur Alex Desmedt, die door zijn opportunistische geschipper, door allerlei aan zijn controle ontsnappende gebeurtenissen en door de lastige relatie met zijn voluit collaborerende broer in uitermate woelig vaarwater kopje-onder gaat. Het feit dat Alex’ echtgenote, de actrice Lea Liebermann, joodse is, kan niet verhinderen dat hij het slachtoffer wordt van de naoorlogse zuiveringen.
De personages, overigens, zijn op reële personen (Joris en Hendrik Diels) gebaseerde en met de verbeelding ingekleurde creaties van de auteur zelve. Hier en daar in het boek duiken bekende historische figuren op – maar die worden meestal niet bij naam genoemd.
Lanoye beperkt zijn verhaal niet tot de Antwerpse oorlogsbladzijden, meer bepaald de razzia’s die er hebben plaatsgevonden en de schandalige medewerking die de oorlogsburgemeester Delwaide daaraan verleende. Ook de jaren voor en na de oorlog komen ruim in beeld. Tot diep in de jaren zestig: Lanoye is gul met kritische bedenkingen over de zogenaamde ‘revolutie’ van ’68, die zijn protagonist uit de tijd doet vallen. Bovendien voltrekken de gebeurtenissen zich niet alleen in de Koekenstad, ‘draaischijf’ voor het goederenverkeer in West-Europa, maar ook in Parijs en Den Haag.
De insteek is het theater. Lanoye kent, zelf dramaturg en performer zijnde, die wereld van binnenuit en hij gebruikt die kennis met zichtbaar genoegen. Van schminktafel tot podiumtechniek. Het centrale item bij dit alles is de ingenieuze bühne-draaischijf in het Haagse theater waar Alex Desmedt op bizarre wijze verzeild geraakt. Lanoye beschrijft het allemaal erg omstandig. De aficionado’s van het toneel zullen er een flinke kluif aan hebben.
(Morgen meer.)
Tom Lanoye, De draaischijf (2022)