woensdag 18 mei 2022

notitie 189

(220516)

HET MES OP DE KEEL

Het mes op de keel doet thans antiquarisch tachtig gulden; toen het verscheen kostte het fl. 4,50 – geloof ik.’ Dit schrijft Jeroen Brouwers op 29 april 1982 in een brief aan Angèle Manteau over zijn debuut. Hij voegt er nog aan toe: ‘Het is ook mijn enige boek uit mijn Manteau-tijd dat gewoon uitverkocht is geraakt, terwijl de 4 volgende boeken uit die tijd alle zijn verramsjt.’ En hij zegt de verhalen uit deze verhalenbundel ‘grotendeels’ te willen ‘ignoreren’ voor het ‘”verzamelde verhalen”-boek’ dat De Arbeiderspers ‘volgend jaar’ (1983 dus) plant. (Kroniek van een karakter, deel 2, De oude Faust, 39-40.) Brouwers nam afstand van zijn eerste worp en die is dan ook nooit herdrukt.

Het mes op de keel verscheen als nummer tien in de reeks Grote Marnixpocket en is nu in mijn bezit geraakt. Nauwelijks een dag nadat ik uit die brief aan Angèle Manteau had vernomen dat het boekje al in 1982 een zekere antiquarische waarde had – het zal niet minder waard zijn geworden, denk ik dan. Op ebay wordt een gelijkgetiteld album van Rik Ringers aangeboden, maar niet het boekje van Brouwers. En bij deSlegte hebben ze een Het mes op de keel van het schrijversduo Wallace G. Pinforl & Rob van Kan, ondertitel De man op zoek naar perfectie, en ook nog een thriller van Jack Gannon. De omschrijving van dat laatste boek lijkt wel een passe-partout voor andere worpen in het genre: ‘Jaren heeft journalist Jack Gannon niets van zijn zus Cora gehoord, maar nu krijgt hij opeens een mail van haar: zijn elfjarige nichtje Tilly is ontvoerd, en de kidnappers dreigen haar te vermoorden als Cora niet binnen vijf dagen met vijf miljoen dollar over de brug komt. Al snel krijgt Jack het gevoel dat er iets niet klopt. De ontvoering lijkt te maken te hebben met een Mexicaans drugskartel dat nog geld krijgt van Cora's baas, maar hij vermoedt ook dat Cora zwijgt over iets belangrijks uit haar verleden.’ Op boekwinkeltjes.nl zijn er aanbiedingen voor Het mes op de keel van Michel Brice, een misdaadverhaal ‘gebaseerd op dossiers van de Franse zedenpolitie’, uitgegeven in de reeks Zwarte Beertjes (drie exemplaren aan 3 € het stuk, excl. verzendkosten), en dan ook nog eens twee exemplaren van een ook zo getiteld tweede deel van een Binnenste buiten getiteld tweedelig boek, in 1992 uitgegeven bij De Buut. Het gaat om twee 37 pagina’s tellende exemplaren van een ‘gelimiteerde oplage 200 exempl.’ Het eerste exemplaar verkeert ‘in goede staat’ en kost € 7,50, het tweede verkeert ‘in voortreffelijke staat’ en moet € 10 kosten, telkens exclusief verzendkosten. Beide exemplaren zijn ook genummerd, het eerste is nummer 170, het tweede nummer 11. Waar zouden de andere 198 exemplaren zijn?

Maar geen exemplaren dus van Brouwers’ Het mes op de keel op de website van boekwinkeltjes.nl. Het ziet er naar uit dat dit boekje een rariteit is geworden en dat ik dus een koopje heb gedaan op de boekenverkoop ‘Boekraïne’, georganiseerd ten voordele van de vluchtelingen uit Oekraïne. Uiteraard bleef het niet bij die ene Brouwers (die ik nog niet bezat). Ik keerde naar huis terug met elf boeken voor gemiddeld 3 euro het stuk en kon aan de kassa nog flink naar boven afronden met de melding ‘Het is toch voor de goede zaak, nietwaar.’

80 gulden in 1982, dat moeten er, toen de euro werd ingevoerd, zeker 160 zijn geweest, wat dan weer 80 euro was in 2002 – daar zullen intussen wel wat euro’s zijn bijgekomen.

Helaas heeft het exemplaar (1964, en dus bijna even oud als ikzelf) dat ik dus voor een habbekrats uit een bananendoos opdiepte niet bepaald in blakende staat de tand des tijds doorstaan. Het papier is vergeeld, er zit een vervelende koffievlek op de snee, het boek draagt sporen van lectuur en op de rug kleeft een hardnekkige bibliotheeksticker met daarop de met de hand geschreven notatie ‘II B218’, die ook nog eens op de titelbladzijde wordt herhaald. Daar verneem ik ook, via eveneens manueel aangebrachte vermeldingen, dat het boek ook nog een nummer ‘5295’ draagt – waaronder staat: ‘Min. v. Cultuur & Volksopleiding / 1973’ en dat het ooit, wellicht zeer geruime tijd, op lezers heeft staan wachten in de bibliotheek van ‘Willemsfonds Temse’.

En nu moet en zal het wachten om door mij gelezen te worden.