woensdag 25 mei 2022

notitie 196

(220523)

EINDE VAN EEN RUBRIEK

Op 22 januari 2011 postte ik een eerste keer een bijdrage voor de rubriek ‘Wolken’. 770 posts en 4.600 wolkenfragmenten uit de boeken die ik las later denk ik dat het maar beter is dat ik daarmee stop. Het feit dat in het boek dat ik net uit heb (Winterlicht van Jeroen Brouwers) het recordaantal van maar liefst 62 wolkenfragmenten voorkomt en ik geen zin heb om al die fragmenten over te tikken, is daar zeker niet vreemd aan. Maar ik dacht al een tijdje dat het welletjes was geweest.

Vooraf dit: de regel was dat het over échte wolken moest gaan. Geen wolken zoals in de uitdrukking ‘met zijn hoofd in de wolken’ of zoals ze ook voorkomen door samenklitting van andere substanties dan damp, bijvoorbeeld als rook of stof. Het woord ‘wolkenkrabber’, dat vaak in mijn opsommingen voorkomt, vormde een uitzondering omdat je het daarmee, als je het letterlijk opvat, wel degelijk hebt over een gebouw dat zo hoog komt dat het tot in de wolken reikt en daar dus – in niet-letterlijke zin – aan krabt, zeker wanneer deze laag overdrijven.

Uiteraard is nu de vraag wat de bedoeling was van die verzameling wolkenfragmenten. Want er moet toch aardig wat tijd in gekropen zijn? Reken uit, 4.600 citaten a rato van plusminus anderhalve minuut per citaat, nodig om het over te tikken (een ruwe en wellicht te optimistische schatting), dat geeft toch al vlug een paar werkdagen, om niet te zeggen werkweken. En ook al waren die gespreid over meer dan elf jaar, het was toch een hele investering. Wat leverde dat op?

Wel, mocht ik niet het gevoel hebben gehad dat het iets opleverde, ik zou het natuurlijk nooit zo lang hebben volgehouden. Ik ben resoluut en absoluut voorstander van het nutteloosheidsprincipe, maar toch ook nog altijd niet helemáál gek.

Overigens las natuurlijk geen kat al die overgetikte fragmenten, behalve W.D., die mij verzekerde dat hij er altijd met plezier naar uitkeek. W., mocht je dit lezen: ik ben je daar zeer erkentelijk voor, maar nu zal je vrede moeten nemen met andere ongein op deze blog.

Om te beginnen, ik had plezier in dat overtikken. Het was een goede oefening. Niet in tikken, want dat kan ik vrij goed, maar in schrijven. Elke auteur heeft zijn eigen muziekje – of soms helemaal geen muziekje, maar die auteurs lees ik dan weer liever niet. Door één element te isoleren, in mijn geval ‘wolken’ maar het had net zo goed iets anders kunnen zijn, wordt het mogelijk om dat muziekje beter te bestuderen. Het is bovendien echt leerzaam om te zien hoe auteurs op verschillende manieren met dat gegeven omgaan. Je hebt er die voortdurend met hun kop in de wolken leven, terwijl anderen dan weer uitsluitend naar de grond lijken te turen. Sommigen maken van wolken een metafoor, voor anderen is het een louter meteorologische aangelegenheid. Voor auteur Zus is een wolk een schier metafysisch gegeven, voor auteur Zo blijven wolken niet meer dan een decorstuk, in het beste geval een dat naderend onheil aankondigt. Enzovoort, de mogelijkheden zijn legio.

Dan is er ook de beschrijving zelf. Zeer opvallend is dat sommigen niet verder komen dan het woord ‘wolk’ voor het ‘gegeven’ wolk. Anderen hebben het over cumulus-, cumulonimbus-, schapen-, donderwolken… Tom Lanoye krijgt hier de ereprijs want hem zag ik onlangs de nog nooit eerder waargenomen uitdrukking ‘hangbuikwolken’ bezigen (De draaischijf, 280) en ik kon mij daar een perfecte voorstelling bij vormen.

Een interessant fenomeen is ook, behalve de frequentie, de spreiding in het boek. Ik durf te beweren dat er een correlatie bestaat tussen de mooi en egaal over het hele boek verspreide aanwezigheid van wolkenvermeldingen en de literaire kwaliteit van de roman in kwestie. Aangenomen dat een roman – want daarover ging het meestal – een soort van weefsel is, wat mijn opvatting is (zie daarover hier), dan lijkt het mij logisch dat een draad in dat hele weefsel opduikt, schering- en inslaggewijs.

Maar goed. Er valt nog wel meer over die wolkenrubriek te melden, die dus bij dezen wordt opgedoekt maar die, zoals alles op mijn blog, toegankelijk blijft.