Want hij draagt zijn sobere pak en das, een das waarvan ik nu pas zie dat er op de blauwe achtergrond het cirkeltje gele sterretjes staat dat onze Europese solidariteit symboliseert, twaalf identieke gele neveltjes rond een leegte, en zij draagt de strakke, diep uitgesneden zwarte zijden jurk met zwarte knoopjes die ze de paar keren dat we samen naar de schouwburg zijn gegaan ook droeg, of die ene keer naar de opera, en waaronder ze, dat weet ik, altijd haar zwarte en roodgebiesde jarretelgordeltje aanheeft dat haar zo opwindt als ze zichzelf ermee ziet met een ijskoude Martini in haar hand, in de passpiegel van de kleerkast in een hotel, net zoals het haar opwindt, zei ze altijd, om haar dikke donkere haar strak op te binden, zoals het nu strak is opgebonden, met een grote houten pen erdoor, waardoor ze de hele dag de druk voelt op haar hoofdhuid, en net zoals haar iets te kleine bh, zei ze, ook altijd druk uitoefende op haar iets te grote borsten, wat ze zowel ongemakkelijk als opwindend vond.
Tim Parks, Europa,
165-166