vrijdag 16 februari 2018

parallel 99


Hij vroeg het half opzij gebogen, maar hoe kwam hij erop, misschien omdat die vraag een remmende werking had, het woord telefoon alleen al, zeker voor hem, want hij had ervan gegruwd toen er in de boeken van uitgeverij Reither in dat verband telkens nieuwe woorden opdoken en het te pas en te onpas telefoneren, waar je ook was, zelfs de pijler van hele verhalen werd.

Bodo Kirchhoff, Wedervaring, 41

ǁ

‘Ik… ik heb je hier proberen te bellen, maar de receptionist zei dat je er niet was.’
Zijn vader glimlachte enthousiast. ‘Ik moest een paar dingen regelen. Ik was maar even weg. De receptionist vertelde me dat je tijdens mijn afwezigheid had gebeld. Het spijt me zeer dat ik je had gemist.’

John Williams, Niets dan de nacht, 64