lees hier van bij het begin
De loop van de geschiedenis
Na de agrarische revolutie werden de samenlevingen steeds
groter en complexer. Mythen legden de normen vast die dit samenleven moesten
stroomlijnen. De mens ontwikkelde ‘kunstmatige instincten’ om aan deze normen
te beantwoorden. ‘Zo’n netwerk van kunstmatige instincten heet “cultuur”.’
Culturen veranderen voortdurend, niet alleen door de inwerking van
omgevingsfactoren, bijvoorbeeld andere culturen, maar ook vanuit een inwendige
dynamiek die eropuit is interne tegenstrijdigheden op te lossen. Zo botsten in
de Middeleeuwen christelijke en ridderlijke idealen. Of neem de fundamentele
waarden van de Franse Revolutie, liberté en
égalité: die staan in een
oppositionele verhouding tot elkaar want mijn vrijheid valt niet te verzoenen
met de gelijkheid tussen mij en de anderen. Deze spanningen vormen de motor
achter elke culturele ontwikkeling.
Die culturele ontwikkeling gaat in de richting van een
steeds grotere eenmaking. Er is een ‘onverbiddelijke neiging tot eenheid’. Rond
10.000 v.Chr. waren er duizenden mensenwerelden waartussen geen ‘substantiële
culturele, politieke en economische betrekkingen’ bestonden. De mensen erin
wisten van elkaars bestaan niet af. In 1450 was het aantal werelden herleid tot
een vijftal: naast gigant ‘Afrika-Eurazië’ waren dat: de Midden-Amerikaanse, de
Andes-, de Australische en de Oceanische werelden. Met de Spaanse veroveringen
en de kolonisatie kwam ook daar een eind aan. Nu heeft de héle wereld hetzelfde
algemeen aanvaarde en toegepaste politieke (internationaal erkende staten),
economische (kapitalisme), juridische (mensenrechten en internationale
wetgeving) en wetenschappelijke systeem. Er bestaan geen ‘authentieke culturen’
meer. Dit is wat we ‘globalisering’ noemen. Waar de mensen vroeger altijd hun
wereld indeelden in ‘wij’ en ‘zij’, komen we er nu stilaan op uit dat er alleen
nog maar een ‘wij’ is.
Deze ontwikkeling naar een ‘potentiële eenheid’ werd
definitief ingezet vanaf het eerste millennium v.Chr. Er ontstond een
universele orde. Die zette zich door op drie vlakken: de economische, monetaire
orde; de politieke, imperiale orde; de religieuze orde. Uiteraard – het omgekeerde
zou verbazen – waren het de kooplieden die het eerst het onderscheid tussen
‘wij’ en ‘zij’ ophieven. Geld was de eerste grote eenmakende kracht.