Overbelast geheugen
De regels voor de sociale orde van de mens zitten niet in
het menselijke genoom ingebakken (zoals de regels voor de sociale orde van de
bij in het bijengenoom), ze zijn imaginair
en moeten telkens worden aangeleerd en onthouden. Grote rijken vergen voor hun
instandhouding de overdracht van een massa informatie. Die moet allemaal
opgeslagen worden in de hersenen. Daaraan zijn drie nadelen verbonden.
1. De hersencapaciteit is beperkt.
2. Mensen sterven en de overdracht van het ene stel hersenen
op een volgend vervormt de informatie.
3. De menselijke hersenen hadden zich evolutionair
ontwikkeld voor het opslaan van informatie die voor jager-verzamelaars
belangrijk was, niet voor de boekhoudkundige en juridische informatie die met
grote politieke entiteiten gepaard gaat.
De Soemeriërs vonden er tussen 3500 en 3000 v.Chr. iets op:
het schrift. Dat werd aanvankelijk uitsluitend voor de boekhouding gebruikt. In
de precolumbiaanse Andes knoopten ze, met hetzelfde doel voor ogen, koordjes: quipu’s.
Het schrift van de Soemeriërs was een gedeeltelijk schrift.
De Mesopotamiërs breidden het tussen 3000 en 2500 v.Chr. uit tot een volledig
spijkerschrift waarmee niet alleen boekhoudkundige informatie kon worden
overgeleverd maar ook wetten, orakeluitspraken, brieven en dergelijke. Ook de
Egyptenaren ontwikkelden een volledig schrift (hiërogliefen), net als de
Chinezen en de Midden-Amerikanen. Er moesten ook manieren worden gevonden om
alle informatie te ordenen en te archiveren, zodat ze oproepbaar werd. Onze
hersenen werken via associatie; een bureaucratie vergt een eigen logica. Een
doorbraak op dat gebied was de uitvinding in de negende eeuw in Indië van de
zogenaamde Arabische cijfers. Dit systeem werd recent nog meer geabstraheerd
door de uitvinding van het binaire computerschrift. Dit cijferschrift is zo
efficiënt dat het tegenwoordig bepaalt hoe mensen denken in plaats van omgekeerd.
Straks neemt artificiële intelligentie het roer helemaal over.