Gisteren, op ‘Gedichtendag’, lag het nieuwste nummer van de Poëziekrant in mijn bus. Het eerste
sinds 1996 waarvoor ik niet de eindredactie verzorgde. In de colofon staan,
waar zeventien jaar lang mijn naam heeft gestaan, twee andere namen. De nieuwe
hoofdredacteur vond het niet nodig mij in zijn nochtans omstandige voorwoord te
bedanken. Niet dat ik mij daarover illusies had gemaakt – zo gaat dat nu
eenmaal en eindredacteur zijn is hoe dan ook een van de hond bescheten stiel.
Maar het doet toch een beetje pijn. Zeventien jaar lang heb ik mijn best gedaan
voor dat blad. Ik ben er altijd goed voor betaald geworden, maar ik werkte toch
ook nauwgezet, consciëntieus, altijd zeer stipt. Ik heb nooit een klacht
vernomen – behalve die ene keer dat een van de medewerkers het niet leuk vond
dat ik zonder overleg zijn titel had veranderd. En nu dit: ontslag om
budgettaire redenen, en dan al meteen in de vergeetput. Ik hoop dat die twee
nieuwe krachten hun werk goed doen, maar ik ga dat zeker niet controleren.
Adieu, Poëziekrant!