Die dingen van Judd zijn helemaal niet betekenisloos, en
zeker ook niet onmenselijk. Het gaat om verwijzingen naar functie en impliciet
naar onze beheptheid om overal een functie in te zien. Het gaat over ritme,
kleur, ordening. Het organiseren en leefbaar maken van ruimte... Uiteraard
helpt het die dingen herhaaldelijk te zien. Sterk is dan wat steeds beter
wordt. Maar de waarde ervan kan zeker ook al bij een eerste aanschouwing of
ervaring klaarblijkelijk zijn. Die indruk had ik vanmiddag: van alles wat ik er
zag (FRAC Duinkerke) waren die twee werken van Judd ('cd-rek' en vier houten
stoelen) wellicht het meest indruk-wekkend.
*
Ik ben inderdaad niet erg bedreven in de
highbrow-pomo-discoursen à la De Witte Raaf en zo. Heb die uit luiheid maar ook
vanwege een soort van argwaan van me afgeschoven. Ik kijk onbevangen naar die
dingen. Ik maak me sterk dat mijn blik weinig verschilt van die van iemand die
die dingen voor het eerst in de jaren zestig zag. De enige voorvorming die ik
heb is die van de dilettant die een paar jaar getekend en geschilderd heeft.
*
Hoe dan ook heb ik de indruk dat de receptie van Judd
niet vrij is van mystificatie. Maar dat heb je eigenlijk met alle kunstenaars
die er toe doen, dus lijkt mij dat geen bezwaar. Iemand die niets uitlokt, is
de mystificatie niet waard, in zekere zin. Maar bij het kijken en ervaren moet
je er wel altijd rekening mee houden; je moet er de mystificatie van af
trekken, als het ware, en dan zien wat er overblijft. En bij mij gaat het dan
altijd om vorm, 'plastische' eigenschappen, hoe het zich tot het vlak
(schilderij) of de ruimte (sculptuur) verhoudt. Ritme, kleur... En in het geval
van Judd: zeker ook de relatie met de architectuur. Dan spreek je van een
samenspel. Je kunt een Judd eigenlijk niet geïsoleerd bekijken. Je ziet altijd
een Judd + omgeving, lijkt me.