zondag 16 maart 2014

tour 3




14 februari 2014



Wie vanuit Brussel-Zuid, ofte Bruxelles-Midi, richting Centraal Station spoort, kan al vele jaren vlak voor het binnenrijden van de Noord-Zuidverbinding op de rechterkant een in koeien van kapitalen tegen de spoorsleufmuur geschilderde boodschap lezen, kort, kernachtig en op een positieve manier bijzonder krachtig: J’AI TOUJOURS VOULU LE FAIRE. Witte letters, zwartomrand. Iedere keer als ik die boodschap lees, springt mijn hart op. Ik vind hem ook grappig én, omwille van de dubbelzinnigheid, diepzinnig: slaat die ‘LE’ hier op iets anders of op het aanbrengen van de boodschap zelf? Heeft de graffitispuiter – een man uiteraard – het meisje van zijn dromen een aanzoek gedaan, bezwangerd of vermoord? Of had hij het hier, heel spits en ironisch, over het aanbrengen van de boodschap zélf – waardoor deze, om het zo maar eens uit te drukken, een autoreferentieel karakter krijgt? Ik heb het altijd al willen doen, slaat dan op: zo’n graffiti aanbrengen op een voor al wie hier passeert duidelijk zichtbare plek. ’t Is een echte hersenbreker – op zich al een argument om niet altijd streng en principieel het aanbrengen van graffiti op grote oppervlakken in de openbare ruimte te veroordelen.

Wanneer Pia en ik rechtstaan en ons beginnen klaar te maken om in Brussel Centraal uit te stappen – we grissen onze jas en sjaal bij elkaar, ik ook nog een pet, en ik moet eerst mijn tekst saven en mijn computer in mijn boekentas proppen –, wanneer we dus aanstalten maken om uit te stappen, zegt Pia opeens, en ze wijst daarbij naar de dubbel- en diepzinnige boodschap, die al meteen na dat wijzen achter de tunnelwand verdwijnt (maar dat is niet erg want ik weet welke zin ze bedoelt en ik ken hem uit het hoofd): ‘Daar heb jij nog eens een foto van gemaakt, mijn moeder heeft mij hem laten zien.’ ‘Ja,’ antwoord ik. Ja: ‘J’ai toujours voulu le faire’. En ik glimlach uitbundig.

Inderdaad. Ik heb het altijd willen doen. Ik realiseer het me bij het verlaten van de Midi. Ik heb altijd al eens naar de Midi willen fietsen. En terug.