Handschoenen die verloren zijn en vergeten, en op straat
zijn blijven liggen: dat heeft iets uitermate treurigs. Maar met schoenen is
het nog erger, en met kinderschoenen al helemaal. Je denkt meteen dat er iets
ergs is gebeurd – het schijnt dat verongelukten vaak op onverklaarbare wijze
hun schoenen zijn kwijtgespeeld of uit hun schoenen werden gekatapulteerd, het
is maar te zien hoe je het bekijkt. Een klein rood kinderschoentje werd door
iemand die hier voor mij passeerde van de straat opgeraapt en, als op een
toonbank, op een schuin oplopend muurtje uitgestald. Daar spreekt een soort
vertrouwen uit: misschien komt dit schoentje nog wel terecht; wie het past,
trekke het aan.