Ik schop tegen een paardenkastanje en hij rolt voor me uit
tot hij ergens in de berm blijft liggen. Ik schop tegen een volgende en hij
begint te kaatsen en wint hoogte en vliegt het kruispunt op waar hij tegen de
flank van een voorbijrijdende auto botst. Ik schop tegen nog een en deze rolt
voor mij uit tot hij, op de rand van berm en pad, tot stilstand komt tegen een
herfstblad, dat door de impact van de kastanje kantelt en bovenop de nu stil
liggende kastanjebol komt te liggen, als een zerk boven een kist. Ik schop
tegen een laatste paardenkastanje en hij rolt mooi regelmatig voor me uit tot
hij is uitgebold en precies daar komt te liggen waar mijn rechtervoet opnieuw,
enkele stappen later, aankomt. Ik schop…