Ik gebruik deze straat vaak wanneer ik van het centrum van
de stad op huis af wandel. Het is een rustige straat, er gebeurt zelden iets – afgezien
van een occasionele fotograferende toerist op de Leeuwenbrug of twee kletsende
dames met elk een keffertje aan de leiband of, op een van de witte muren aan de
ene kant van de straat, een lichtvlek, veroorzaakt door het zonlicht dat
stuitert op een ruit in een raam van een huis aan de andere kant. Zelden een
consistente anekdote, zelden een beeld waarin alle elementen betekenisvol naar
elkaar verwijzen. Ook dit keer niet: een oudere dame parkeert een aftandse BMW,
een man komt aangewandeld, wat verderop zijn vaklui met luiken in de weer. Deze
drie afzonderlijke ‘verhalen’ vormen geen eenheid – ook al wacht ik met
afdrukken tot de stappende man zich in het door de donkere poort gevormde kader
bevindt. Het enige wat ze met elkaar verbindt, is hun onverbondenheid.