Jagten van Thomas Vinterberg
is een antropologische studie van een
misantroop, een die geen al te hoge pet op heeft van de mens.
Het verhaal lijkt wel
Les risques du métier revisited. Lucas (Mads Mikkelsen), van beroep kleuteronderwijzer,
wordt beticht van intieme handelingen met een vierjarig kind. De aanklacht is
op niets gegrond, maar de goegemeente gaat er wel in geloven en Lucas wordt als
zondebok uitgebannen uit de dorpsgemeenschap.
De door vereenzaming, werkdruk en allerlei frustraties opgehoopte stress vinden in de
agressie ten aanzien van dit onschuldige individu een uitlaatklep – en op die
manier wordt dit individuele verhaal natuurlijk ook een metafoor voor heel onze
westerse samenleving. Maar het is toch in de allereerste plaats een studie in groepspsychologie.
Lucas wordt op een uitermate wrede manier uitgestoten, zelfs door zijn beste
vriend én door zijn geliefde, de allochtone poetsvrouw van de kleuterschool die
de plaats van Lucas’ ex had ingenomen. Enkel Lucas’ zoon blijft trouw in zijn
vader geloven, maar hij pakt de verdediging tegen de boze buitenwereld onhandig
aan.
Uiteindelijk komt alles min of meer goed. Er is eerherstel,
maar dat komt er niet echt van harte. Vinterberg toont op prangende wijze aan
dat de smet van de valselijke beschuldiging onuitwisbaar is.
Jagten is een
sombere film. Er zijn in de menselijke verhoudingen lichtpunten, maar die zijn
toch maar dunnetjes gezaaid. De meeste medemensen laten zich op een
weerzinwekkende manier leiden door primitieve, groepsgestuurde impulsen. We
leren veel over onszelf, hoe wij vaak al te conformistisch zijn, ondoordacht
stigmatiseren, individuen uitstoten, de roep van de kudde volgen, in staat zijn
ons te laten meesleuren door lieden die wensen te polariseren, die ons manipuleren,
die onze mening diepgaand vormen en misvormen. We hoeven het maar op het huidige
politieke klimaat toe te passen en we weten meteen hoe relevant deze film is.
Vinterberg toont aan
hoe schaars in onze zogenaamd welvarende ‘samenleving’ het werkelijke contact
is – werkelijk contact dat ook, letterlijk, als fysiek contact dient opgevat.
Hoe moeilijk het is geworden om elkaar aan te raken – een ouder een kind,
volwassenen elkaar – zonder daarvoor tegen draconische sancties te moeten
aanlopen. Een handdruk, een schouderklop, een omhelzing, een kus: als ze nog
voorkomen in het intermenselijke verkeer, worden deze gebaren niet zelden overdreven
geseksualiseerd, geperverteerd, als onecht voorgesteld of in de veilige mal van
de formalismen teruggedrongen. Ze zouden nochtans onze fundamentele eenzaamheid
iets draaglijker kunnen maken. Ze zouden ons nochtans wat kunnen verwarmen. Ze
zouden ervoor kunnen zorgen dat we elkaar beter kunnen verdragen en zelfs dragen.
Dat dragen zorgt
voor een van de mooiste momenten in de film. In het begin schenkt het kind, op
de vlucht voor de ruzies van haar ouders, haar vertrouwen aan Lucas. Hand in
hand stappen het meisje en de man op school af en ze volgen daarbij de lijnen
op de weg. Ze maken er een spel van: Lucas maakt het meisje wegwijs in het
netwerk van lijnen die overal getrokken zijn. Dat spel wordt na het incident
dat hem zoveel zal kosten, onder meer het vertrouwen van dat kind (een
vertrouwen dat wederzijds was), onmogelijk. Maar na het herstel kan het opnieuw:
het kind is wel nog in staat met nieuwe ogen te zien. Dan staan Lucas en het
kind aan weerszijden van een keukenvloer met heel kleine tegeltjes. De voegen
tussen de tegels vormen een zeer fijn netwerk, een waarvan de lijnen zo dicht
op elkaar liggen dat je er niet over kunt stappen zonder de – ondoorgrondelijke
– regels van het spel te overtreden. Daarom moet het kind over deze tegelvloer
heen gedragen worden. Lucas pakt het kind op en draagt het als een
Sint-Kristoffel over de ‘gevaarlijke’ tegelvloer. Hij trotseert opnieuw het gevaar
om van een ongeoorloofde aanraking te worden verdacht. Vinterberg toont in deze
scène met formidabele precisie dit toch moeilijk in beeld te brengen geloof en vertrouwen achter de ‘onschuldige’ aanraking.
Jagten mag dan
misschien in de geschiedenis van de cinema geen onmisbare film zijn, het is er
wel een die ons veel over onszelf leert en die daarin behoorlijk genadeloos is.