S. en J. hebben zich twee nieuwe honden aangeschaft. Min of
meer ter vervanging, voor zover dat mogelijk is, van de Pyreneese berghond X.
(ik ben even de naam kwijt), die een tijd geleden onverwacht en veel te vroeg
stierf. ’t Was ook een grote witte geweest, X., maar deze keer zat er een
vleugje labrador bij. Ik liet niet na bij wijze van vertrouwenwekkende
introductie beide beesten aan de rug van mijn hand te laten ruiken. Het zijn
zo’n schatjes, vertelde S. – maar X. doen vergeten, neen, dat zullen ze nooit
kunnen.