vrijdag 14 december 2012

schrikkel 332


Die twee spoelen doen me denken aan het schrijflint van het soort typemachine waarop ik nog heb leren schrijven. Je ramde op de toetsen, die toetsen brachten de hamertjes in beweging die in waaieropstelling wachtten om in actie te komen, op de kop van die hamertjes waren de letters en leestekens gegraveerd die in aanraking kwamen met het geïnkte lint. Dat lint moest natuurlijk voorbijschuiven want als dat niet gebeurde, hamerde je altijd op dezelfde plek en een gat in het lint was het gevolg. De links in de machine ingebrachte spoel draaide af, het lint schoof doorheen een paperclipachtige klem, waar overigens de met de toetsen aangedreven hamertjes neerkwamen, en werd opgewonden op de spoel ter rechterzijde van de schrijfmachine. De spoelbandopnemer – ook allang verdwenen – was op hetzelfde principe gebaseerd. Waar de hamertjes, met hun beletterde kop, het lint raakten, verscheen op het papier, dat achter het voorbijschuivende lint op de papierrol was aangebracht, de desbetreffende letter. Niet een andere, maar precies die! Doordat het lint in één richting voorbijschoof, was het onvermijdelijk dat op een gegeven ogenblik de ene spoel leeg was en de andere vol. Op dat ogenblik zorgde een door mij nooit doorgrond mechanisme ervoor dat de schuifrichting werd omgekeerd. Precies dat mechanisme, zo herinner ik mij nu, had het op de machine waarop ik heb leren typen begeven. Daardoor moest ik de spoel manueel helemaal terugdraaien – en nu ik dit schrijf, komt mij het hoge ratelgeluid voor de geest dat door dit manueel terugspoelen werd veroorzaakt. Het lint kon vele malen hergebruikt worden maar op een gegeven ogenblik begonnen de op het papier gedrukte letters toch te verbleken. Dan was het tijd voor een nieuw lint. De aanblik van de eerste volle zwarte letters die met zo’n nieuw lint waren vervaardigd, gaf aanleiding tot een stil en vluchtig geluk.