Ik heb enkele slechte gewoonten en een ervan is: niet altijd
alles meteen op te ruimen. De helft van de tafel fungeert als aanslibruimte
voor vaak gebruikte voorwerpen. ’t Is wonderlijk hoe die halve tafel, als ik
hem eens heb leeggemaakt, in géén tijd weer vol ligt. Dit slagveld toont de
eeuwige strijd tussen het nadeel van rommeligheid en het evidente voordeel van het
binnen-handbereik.