De fietsenparking van de Nettorama is ’s voormiddags de
bijpraatplek van het dorp – of toch voor de dames van leeftijd die hier hun inkopen
voor het middagmaal doen. ’t Is plezant om de opeenvolgende tafereeltjes te
observeren. Arriverende dame A ontmoet B, die net op dat ogenblik de supermarkt
verlaat met twee plastic zakken aan haar armen en een aan haar man die
meesjoffelt, en ze slaan een praatje. Tot B (plus heer) besluit op huis af te
stevenen, maar net dan komt C naar buiten en die krijgt ook nog een groet mee
van A, die eindelijk de Nettorama betreedt. Maar zie, daar komt D al aangewaaid
en parkeert haar elektrische fiets op zijn pikkel. Volgt een hele babbel met C,
tot… Enzovoort. Zo gaat het de hele voormiddag door, wellicht, en je zou het
statistisch kunnen uitrekenen hoeveel keer A per jaar B ontmoet, en B C, en C mevrouw
D – gesteld dat ze min of meer op hetzelfde uur aankomen. Maar dan mag het niet
regenen, natuurlijk – want bij regenweer wordt de parochie niet verlegd, dan
gaat iedereen zo snel mogelijk naar binnen of op huis af, dan is er minder
sociale interactie, dan wordt het weefsel niet zo strak aangespannen.