zaterdag 25 augustus 2012

schrikkel 229b

Het was een eeuwigheid geleden. Zeker tien jaar, het kunnen er ook vijftien zijn. Dat L. het regelmatig doet, of deed, merkte ik aan het feit dat hij het bord meteen juist plaatste, de stukken op hun juiste plaats zette, me de in zijn vuisten geknelde witte en zwarte pion voor de neus hield. Ik tosste wit en opende met E2-E4. Voorzichtig maar wat wil je, na al die tijd. L. ontwikkelde zijn stukken sneller en was daardoor aanvankelijk in het voordeel. Pas toen ik er eindelijk in slaagde om het koninginnepaard en de koninginnetoren in het spel te brengen, kon ik, door heel gretig stukken te ruilen en, vooral, doordat L. niet gepast anticipeerde op een vork, het evenwicht herstellen. We stevenden af op een eindspel met elk enkel nog drie pionnen en elk een paard en daarin wist ik, door op tijd met mijn koning voorwaarts te trekken, het niet gebonden zijn van L.’s pionnen in winst om te buigen!