Op de markt van Roermond staat op een strategische plek dit
fruitkraam met zjudderange-afdeling.
Het sap van versgeperste appeltjes van oranje wordt in plastic flessen van
wisselende grootte getapt en voor een sympathiek prijsje aan de dorstige
passant en marktganger gesleten. Het zaakje floreert en er is dus nogal wat
debiet van sinaasappelen. Een jonge kerel is speciaal ingehuurd om uit de
inhoud van de meer dan één ton wegende krat de rotte, groen- en witbeschimmelde
exemplaren weg te selecteren en de nog consumeerbare in de trechter boven de
persmachine te deponeren. Ook moet hij, wanneer in die trechter de toeloop
gestremd wordt, met een stokje de weg naar de pers opnieuw vrijmaken. We observeren
dit werkje terwijl we op het terras van het tegenoverliggende café aan onze
koffie nippen. Eerst snijdt de jongen een slechts onderaan scharnierende
vierkante klep uit de kartonnen krat; hij houdt de klep vooralsnog tegen zodat
de er van binnenuit tegenaan drukkende appelsienen nog geen vrije uitweg
krijgen. Dan plaatst hij twee open kartonnen fruitdozen onder de beide kieren
die ontstaan wanneer hij de klep een beetje laat doorbuigen. Een voor een
vallen de appelsienen in die dozen. Soms rolt er eentje naast maar die wordt
rap terug naar de kudde geleid. Als de twee dozen vol zijn, gaat de klep weer
dicht en haalt de jongen de rotte appelsienen weg. En zo gaat het een tijd
door; het is een kleurige bedoening. En het sap smaakt lekker en vers.