De Eifel per fiets doorkruisen is op zich misschien al geen
goed idee, maar op zondagmorgen zeker niet. Het lijkt wel of heel gemotoriseerd
heidens Aken en Keulen hierheen komt om zijn duivels te ontbinden. Terwijl we
onszelf, onze fietsen en onze bagage met de grootste moeite over het gebergte
hijsen, knalt en knettert een onafzienbare
stoet van donkergehelmde krijgers ons tegemoet en voorbij. We rijden
traag genoeg en het vergt sowieso al niet veel zin voor typologie om al vrij
vlug, op basis van de talloze observaties die op relatief korte tijd kunnen
worden gemaakt, een essentieel onderscheid te maken: je hebt enerzijds de
bezadigde tuffers op Goldwing of Harley die ijverig de reglementering
respecterend het natuurschoon komen bewonderen en je hebt anderzijds de
doodrijders die op hun jankende Japanse machinerie in elke bocht plat gaan
liggen, je zo dicht voorbijsteken dat je de luchtverplaatsing voelt en doen
alsof de hele Eifel een uit de kluiten gewassen Nürburgring is. Het zullen wel
de nabestaanden van vooral deze categorie zijn die op tijd en stond een kruisje
in de berm planten met daarop een eenvoudig opschrift van het type ‘Andy
1984-2006’.