dinsdag 16 september 2014

tour 153



19 mei 2014

dag 21.6

Ik kom met het fietsen stilaan in een ‘flow’. Mijn conditie is aanzienlijk beter dan toen ik vertrok. Mocht het niet zijn dat mijn fiets echt wel wat te zwaar geladen is om comfortabel te zijn, en dat ik nu – eindelijk zou ik bijna zeggen – toch enige hinder van zadelpijn begin te ondervinden, ik zou elke dag nog veel langer dan nu al het geval is kunnen blijven fietsen. Maar ik begin ook hinder te ondervinden op plaatsen waar ik voorheen nooit iets heb gevoeld – mijn linkerscheenbeen en mijn rechterachterdijbeen –, ik vermoed dat een overbelasting van de spieren de oorzaak is hiervan. Mijn benen maar ook mijn armen en polsen zijn ’s morgens bij het opstaan helemaal verstijfd.

Wat is nu eigenlijk die ‘flow’? Schier gedachteloos draai je die benen rond, je geeft je over aan de loutere verplaatsing. Je beseft wel dat je dat doet, en niet iets anders – maar eigenlijk doet het er niet toe. Je gaat volledig op in die ene activiteit. Wel is er een verandering in het doel: waar je bij het vertrek niet goed wist waar dat hele zotte idee – j’ai toujours voulu le faire! – je heen zou voeren, is het perspectief na het keerpunt ergens in de Midi wel grondig gewijzigd: je bent nu aan het terugkeren, je rijdt naar huis. En het lijkt erop dat er juist door die duidelijkheid met betrekking tot de bestemming ruimte is vrijgekomen voor die ‘flow’, voor die tranceachtige gedrevenheid.