En verdomd,
naar mijn doktertje kan ik niet gaan, want die zit met één of andere rooi
gekoeleurde mensenorganisatie op de Filipijnen en zijn vervangster is een vrouw,
tot dààr aan toe (vrouwen zijn óók mensen en er zijn wel goei dokters onder)
maar déze vrouw-vervangster is een optimistische troel van mao-istische
signatuur die alles in tgeel of in trooi ziet, maar nooit iets in tpikkedonkere
zwart.
Eriek
Verpale, Beminde vriend, 248-249