In de
gesprekken rond een feesttafel zul je alleen nog een voornaam zijn, een steeds
gezichtlozer voornaam, totdat je verdwijnt in de anonieme massa van een verre
generatie.
Annie
Ernaux, De jaren, 15
ǁ
Het leven
ging toch al door alsof ik nooit had bestaan.
Tom Lanoye
citeert Anton Tsjechov in De draaischijf,
442