In Het boek van de lach en de vergetelheid stelt Milan Kundera dat de verhuizing van de merel, een bosvogel, naar de stad in historisch perspectief een ingrijpender gebeurtenis is dan, bijvoorbeeld, de migraties van de Vandalen of de inval van de Russen in Tsjechoslovakije. Daar valt iets voor te zeggen omdat het om de verhouding tussen twee diersoorten gaat. Iets gelijkaardigs doet zich, door de klimaatsverandering, met ontstellende snelheid voor in de verhouding tussen mens en ooievaar. De grote kindjesbrenger schuift elk jaar wat meer op. Duikt hij nog in mijn tijd van leven op in de Brugse binnenstad?
210416
