zondag 25 april 2021
logboek 10
210424
De film Detroit (Kathryn Bigelow, 2017; nog tot 23/5 op VRTNU) deed mij
terugdenken aan Het zingen van de tijd van Richard Powers omwille
van de combinatie van twee thema’s: rassenonlusten in de Verenigde Staten in de
jaren zestig en muziek. Ook Green Book (Peter Farrelly, 2018)
heeft die combinatie in zich. Want ja, wie het heeft over negers, pardon, zwarten
in de VS, mensen van kleur, zegt ook: muziek. Ritme. Blues. In het
geval van Detroit is dat: Motown. Het – op historische feiten gebaseerde
– ‘verhaal’ van Detroit draait rond de soulband The Dynamics, waarvan
enkele leden betrokken zijn in een – bijzonder ernstig en wreed – treffen
tussen zwarten en politie in het hotel Algiers in 1967. Bigelow bouwt haar kijk
op het racisme op rond haar verfilming/interpretatie van dit drama. De zwarten
worden er na een uit de hand gelopen stommiteit bijzonder gewelddadig
behandeld. De blanke politieagenten, behoorlijk opgenaaid door de gespannen
sfeer in de stad, maar uiteraard ook racistisch uit zichzelf, gaan achteraf
vrijuit voor de rechtbank. De film bestaat uit drie delen. Het eerste gaat over
de aanleiding voor het geweld in de stad en toont de – zeer goed geënsceneerde
– straatrellen en plunderingen; het tweede behandelt vrij uitvoerig het
incident in het hotel; het derde gaat over de rechtszaak achteraf. De algemene
situering valt mager uit. In Bigelows optiek lijkt het erop dat er voor zwarten
– voorzover ze geen fatsoenlijk leven weten op te bouwen, wat moeilijk maar
niet onmogelijk is – enkel genoegdoening voor de achterstelling bestaat in
drugs, religie of, jawel, muziek. We krijgen wel een goede indruk van hoe
gespannen de sfeer in die jaren was. Racistisch geïnspireerd politiegeweld is
ondertussen opnieuw bijzonder actueel – al ziet het er nu toch naar uit dat de
jurisdictie een stap vooruit heeft gezet aangezien blanken, pardon, witten, nu onpartijdiger
worden beoordeeld dan een 65 jaar geleden. * Er is dus blijkbaar opnieuw een
taalhervorming in de maak. Groter dan de Eiffeltoren / groter als de
Eiffeltoren. Een heel grote neus / een hele grote neus. Leven is moeilijker dan
je denkt / leven is moeilijker als je denkt. Er gaan nuances verloren – en
dat is de reden waarom ik tegen deze vorm van taalvervlakking ben. Maar het is
gecompliceerd want de taalhervorming wordt vermengd met een maatschappelijk
debat over integratie: onder meer door de invloed van vele anderstaligen en
minder hoog geschoolden, die meer bereik hebben gekregen, blijkt de gesproken
taal zich aan tal van gebeitelde grammaticaregels te onttrekken. Men haalt
inderdaad groter dan en groter als door elkaar. En men heeft het
aan de toog, nu ja, straks als het weer mag, over de hele grote neus van
de barman – waarmee, welteverstaan, niet wordt bedoeld dat zijn neus vreemd
genoeg maar half is. Overigens, het loopt ook vaak niet zo’n vaart met die
taalhervormingen. Denk aan de spelling(s)hervorming van het einde van de vorige
eeuw. De tussen-n en zo. Pannenkoek en paddenstoel. Maar ook middeleeuwen
en verlichting. Die twee mocht je opeens niet meer met een
hoofdletter schrijven. Ik heb die hoofdletter altijd gehandhaafd omdat ik, als
ik het over de Verlichting wens te hebben, niet meteen aan gloei- of ledlampen
denk. En ik stel vast dat de meesten er ook zo over denken en dat er dus van
die hele regel niet veel in huis is gekomen. Met pannenkoeken is het
anders gelopen, jammer genoeg. Daar is, onnodig, een verschil ontstaan tussen
schrijf- en spreektaal. * En dan, kijk, later op de dag, wijst Ludo
Permentier, een oud-collega van me en sinds jaar en dag taalman bij De
Standaard, me op Facebook terecht: ik heb me laten vangen door fake news
– samen met vele anderen weliswaar, en zeker niet van de minsten, maar dat
is geen excuus. Blijkt dat er helemaal geen sprake is van een ‘taalhervorming’
– er werd gewoon iets bevestigd wat vroeger reeds als een uitzondering op de
regel in de grammatica was opgenomen. Het bijgevoegde artikel uit VRT Taal
wordt ter staving meegezonden. *