woensdag 10 oktober 2018

Montaigne 7


I.6. Het uur der onderhandelingen is een uur van gevaar

Dit hoofdstuk (of: ‘essay’) sluit aan bij het vorige, over het vertrouwen dat de commandant van een belegerde plek mag hebben in de aanvaller die hem, om te onderhandelen, uitnodigt zijn vesting te verlaten. Hij kan maar beter niet te veel vertrouwen hebben: ‘we moeten niet verwachten dat we elkaar wederzijds kunnen vertrouwen zolang de verbintenis niet tot het laatste lakzegel is beklonken; en zelfs dan zijn er nog genoeg problemen’. M staaft dit met enkele voorbeelden. Zo is het vaak moeilijk om de bezettende troepen verre van plunderingen en wraakoefeningen te houden. Velen houden ook na een vredesverdrag het oorlogsrecht, dat afwijkt van het gewone recht, een tijdje aan. Slechts voor enkelen, de allergrootsten, is het een erezaak om op een deftige manier de overwinning te behalen. Alexander de Grote zei: ‘Liever beklaag ik mijn lot dan me te schamen voor een overwinning.’