zondag 21 oktober 2018

van Dale 191-195


191
Toen werd ik gered door de prefatie omdat het daarbij nogal vrijblijvend toegaat en zei van eeuwigheid tot eeuwigheid, sursum corda, dignum et justum – dat is lofwaardig en gerecht, toen hield ik er maar mee op en bekeek Maria van opzij.
Günter Grass, De blikken trommel, 498

prefatie (de (v.); -s) 2 dankzeggingsgebed waarmee de viering van het avondmaal opent; – (r.-k.) plechtig gebed door de priester, afgesloten met het sanctus, waarmee het eucharistisch gebed opent

192
Vlak naast het hek en bij zonnig weer het ruitenpatroon van het hek op zich duldend, stonden de kussens van schelpkalk voor de meer geringe beurzen, de gepolijste diabaasplaten met mat gelaten palmtakken, de karakteristiek tachtig centimeter hoge en door een holkeel omgeven steen voor kindergraven van licht gewolkt, Silezisch marmer, aan de bovenzijde versierd met een verzonken reliëf, meestal van gebroken rozen.
Günter Grass, De blikken trommel, 615

holkeel (de) 1  (bouwk.) gootvormige uitholling ter versiering van zuilen, balken, panelen enz.

193
Terwijl Korneff mij verscheidene grove tot fijne carborundumstenen liet zien en hun slijpwerking op een Solnhof plaat toonde, speelde ik met een ideetje.
Günter Grass, De blikken trommel, 618

carborundum (het; g.mv.) (stofn.) siliciumcarbid in poedervorm (een uiterst harde stof, gebruikt bij de vervaardiging van schuurpapier en slijpstenen en op traptreden, tegels e.d.)

194
Op een rechtop gezet vierkant stuk hout zat ik met rechts de beitel en links, tegen Korneffs bezwaren in die van mij een rechtshandige wilde maken, links liet ik de houten hamers, de klopper, de ijzeren slegge en de stokhamer knallen en klinken (…)
Günter Grass, De blikken trommel, 621

slegge (de; -n) sleg (zie ald.)
sleg (de; -gen) grote houten hamer (m.n. voor het inslaan van palen gebruikt), var. slegge, syn. slaraak

195
(…) dat is de hoofdopzichter die naderbij komt, ‘Goedendag’ zegt en zwaait met een carbidlamp die er precies zo uitziet als die carbidlampen die aan de onberaapte en vluchtig gekalkte wanden van de Uienkelder hingen, licht en geur verspreidden, de prijzen omhoog gooiden en een originele sfeer schiepen.
Günter Grass, De blikken trommel, 735

berapen (overg.; beraapte, h. beraapt) (mbt. muren) met kalkspecie ruw bepleisteren