zaterdag 20 oktober 2018

van Dale 186-190


186
Het eten was vet, daarna zoet, dan weer vet, aardappelschnaps, bier, een gans en een big, koek met worst, kalebas met azijn en suiker, watergruwel met zure room, tegen het vallen van de schemering wat wind door de open schuur, muizen ritselden en ook de Bronski-kinderen die met de blagen uit de buurt het erf veroverden.
Günter Grass, De blikken trommel, 233

watergruwel (de (m.); g.mv.) nagerecht bestaande uit gort of havermout met rozijnen of krenten, waarbij bessensap en suiker gevoegd is; ook wel met een scheut azijn erin

187
(…) Herbert en ik permitteerden ons in de tijd dat hij werkloos was twee middelgrote inbraken in delicatessenwinkels en één sappige inbraak in een bonthandel: drie blauwe vossen, een sealskin, een astrakan mof en een mooie maar niet erg kostbare veulenmantel, die mijn arme moeder beslist graag had gedragen, vormden de buit.
Günter Grass, De blikken trommel, 255

sealskin /si:lskın/ (het; g.mv., ook als bn.) (stofn.) bont van de huid van de zeebeer of oorrob

188
Met een rood vestje en een allongepruik verkleedde ik mij als page van de admiraal.
Günter Grass, De blikken trommel, 267

allongepruik (de) lange krulpruik, staatsiepruik uit de dagen van Lodewijk XIV

189
Leo liet mij helaas geen tijd een nauwkeuriger blik te werpen op de verzakte, overhellende of reeds omgevallen grafstenen, die voor het merendeel van achterzijde en zijkanten grof geboetseerd en aan de voorzijde gepolijst, zwart Zweeds graniet of diabaas waren.
Günter Grass, De blikken trommel, 356

diabaas (het; g.mv.) (stofn.) (miner.) basisch stollingsgesteente, hoofdzakelijk bestaande uit plagioklaas, pyroxeen, hoornblende, chloriet (die er een groene kleur aan geeft) en soms olivien, syn. doleriet
plagioklaas (het; plagioklazen) (stofn.) (chem.) een mengsel in versch. verhoudingen van albiet en anorthiet
albiet (het) (miner.) kleurloos, wit of geelgroen mineraal, nagenoeg zuiver natriumveldspaat
anorthiet (het; g.mv.) (stofn.) natuurlijk aluminiumsilicaat van calcium (CaAl2Si2O8), behorend tot de familie der plagioklaasveldspaten
hoornblende (de; g.mv.) (delfst.) mineraal uit de groep der amfibolen, een silicaat met kalk, magnesia, ijzeroxidule, dat in schuine ruitvormige prisma’s kristalliseert
amfibool (het; amfibolen) (miner.) naam voor gesteenten uit een groep van silicaten waarin naast siliciumoxide vooral ijzer, magnesium, calcium en aluminium voorkomen
olivien (het; g.mv.) (stofn.) uit ijzer- en magnesium-orthosilicaat bestaand mineraal, var. olivijn

190
Hij trok een kwaad en wild verwrongen gezicht, want hij was nog bezig met de vernieling van de zeilboot en juist op het moment dat ik de trommel te voorschijn haalde en hem aanbood, brak hij de laatste mast van de Pamir; zo heette de windjammer.
Günter Grass, De blikken trommel, 492

windjammer (de (m.); -s) volgetuigd zeilschip voor de grote vaart, zoals in de negentiende en twintigste eeuw in gebruik