Vlaanderen is misschien niet het lelijkste land ter
wereld, zoals niet zonder enige zin voor provocatie een vaderlandse architect
ooit beweerde, maar dan toch zeker een van de lelijkste. Vreemd genoeg worden
we precies daardoor voor fotografen interessant. Zij brengen de niet-plaatsen
waaruit het land bestaat in kaart: de nondescripte
plekken die overal opduiken en die onderling inwisselbaar zijn, die niets
hebben behouden van hun oorspronkelijke genius
loci die hen met een onderliggende natuur verbinden, die volledig
artificieel zijn – schijnbaar definitief verminkt door de storm van nutsdenken,
pragmatiek, winstbejag en technologie die er de voorbije decennia overheen is
geraasd. Je kunt er de eigenheid beleven van de uitvalsweg, van de grauwzone, van het tussengebied.
In deze foto is de aanwezigheid van kleur essentieel.
Het gifgroene kmo-raam vertelt over de zegeningen van de vooruitgang in een door
kunstlicht verlichte omgeving, onder het donkerblauw van een onverschillige
nacht. Alles is hier artificieel, behalve de wolken waaruit net een
ongetwijfeld zure regen is gevallen. Het kersthert graast de keurig getrimde berm
af, bomen staan in potten geplant en als er verder nog iets leeft, dan in de
afgeschermde ruimte van de serre. Op het bordes van het gebouw, dat doet denken
aan een ruimteschip, staat een kerstboom – wellicht om de treurigheid te
completeren. Eén element nog maakt het plaatje heel: achter het lumineuze hert de
vreemde struik, die eerst aan onze aandacht was ontsnapt. Uiteindelijk blijft
de blik van wie deze foto aandachtig bekijkt op die struik rusten. Hij heeft
een vreemde vorm en textuur. Hij lijkt het hert te belagen. Misschien zal hier
straks een verschrikkelijke slachtpartij plaatsvinden.
Omgeving Izegem –
070102