Hier is dat aardig gelukt. Ik ken deze kinderen niet,
ze vielen me op toen ik daar passeerde. (Tegenwoordig is dat zo en ook toen al
was het niet anders: op straat spelende kinderen zijn een opvallend
verschijnsel.) Ik maakte een foto, waarom precies weet ik eigenlijk niet. Ik
denk dat ik vooral geïnteresseerd was in het raam, dat tegelijk spiegel was én
kader-in-het-kader. (Ik zoek in mijn archief het origineel op en stel nu met
enige fierheid vast dat ik in de nabewerking de compositie van mijn beeld niet aan
dit raam heb moeten aanpassen: ik wist al meteen ter plekke de horizontaliteit
en symmetrie te vatten.) De kinderen verhouden zich tot elkaar en tot de
fotograaf. En tot het spiegelende raam. Eentje kijkt om naar de passant, de tweede
zwaait naar hem, de derde kijkt toe hoe de vierde een gebaar maakt naar of een foto
maakt van de spiegel, en dus naar of van zichzelf daarin. Wat we – op de foto –
in die spiegel te zien krijgen, is ook interessant: de weerspiegeling van drie
van de vier kinderen. Het kind dat, zonder te zwaaien, naar de fotograaf kijkt,
is in het spiegelraam niet te zien. Maar wie goed kijkt, ziet daar,
gedeeltelijk verborgen door de gele vastgoedaffiche, toch een vierde figuur, of
toch een deel ervan: de fotograaf, inderdaad, die tussen twee geparkeerde auto’s
heeft postgevat om deze foto te maken. Twaalfenhalf jaar later zal hij erover
schrijven. En zich afvragen hoe het nu met die vier zou zijn.
Brugge, Werfstraat
– 060328