Eerst zie je het niet, en dan opeens wel. En je vraagt
je af: ‘Wat is hier aan de hand?’
Die kortstondige twijfel, dat onevenwicht, dat
verkeerde been waarop de toekijker even komt te staan omdat hij erop werd
gezet: dat is wat de fotograaf nastreeft. Anders blijft zijn foto vlak, puur
documentair en daardoor eigenlijk – paradoxaal genoeg – weinigzeggend. Je ziet
het bij goede persfotografen: zij nemen geen vrede met het louter illustreren of
veraanschouwelijken van een bepaalde feitelijkheid, zij wijken af van de meest
voor de hand liggende, zogenaamd objectieve
blik en voegen op die manier een eigen commentaar toe. Die commentaar vormt hun
persoonlijke stijl, zij verleent hun foto’s een herkenbaar waarmerk. Geen strelender
compliment dan de opmerking dat deze of gene foto een voor die of die fotograaf
typische foto is. Uiteraard mogen de
fotografen niet te nadrukkelijk hun stempel drukken: de feitelijkheid primeert
altijd op de persoonlijke mening en anderzijds is het belerende vingertje uit
den boze.
Deze foto illustreert het einde van de Meifoor in
Brugge en zou goed passen bij een artikel daarover. De attracties worden
opgebroken. Daar komt veel bedrijvigheid en groot materieel bij kijken, maar
ook een zekere weemoed. De fotograaf merkte een detail op dat weinigen zonder
hem zullen hebben gezien, en levert door het te tonen een commentaar die het
zicht op de feiten niet belemmert.
Brugge, Albertpark
- 060529