donderdag 18 oktober 2018

het overzicht 048


















Vaak heeft humor – of wat we met een vaag woord ‘poëzie’ noemen – in foto’s te maken met dingen die in een bepaalde context niet thuishoren. Daar valt verder niet zo heel veel over te zeggen. Uitleg is in elk geval uit den boze want uitleg doodt het effect. Wie een mop moet uitleggen, heeft hem slecht verteld. Of het was een slechte mop, die dus beter niet verteld had kunnen worden.

Over het waarnemen van dingen leert de psychologie ons veel. We kennen de wereld zoals we hem kennen, en verwachten dat hij altijd, bij elke nieuwe waarneming, zal overeenstemmen met het beeld dat wij er ons van hebben gevormd. Stoelen moeten op hun plaats staan, het Vrijheidsbeeld staat in New York, en olifanten treffen we normaal gezien in Afrika of India aan en zeker niet in New York. Maar stoelen die met iets op hun kerfstok te biechte gaan, of het Vrijheidsbeeld én een olifant op een erf in een Vlaams dorp: dat wijkt van het gewone af. Dan gaat er een alarm af en bij fotografen leidt dat bijna onvermijdelijk tot afdrukken.

Natuurlijk is er een gradatie. Sommige situaties stellen het verwachtingspatroon zo opzichtig op de proef, dat ze zonder daarop te moeten afdingen zonder meer absurd te noemen zijn. In andere gevallen liggen de zaken subtieler en zie je de afwijking niet meteen. Ja, soms is er van de kant van de waarnemer zelfs wat verbeelding nodig om in een bepaalde situatie het absurde te onderkennen. Dat subtiele levert de beste foto’s op. Waarom? Omdat ze bij diegene die de foto bekijkt een inspanning vergen. Dan is de gratificatie het grootst: de toeschouwer – en in andere kunstvormen de lezer of de luisteraar – voelt zich erkend in het feit dat hij het goed heeft gezien, dat hij goed kan kijken/lezen/luisteren, dat hij blijk geeft van de bereidheid om dat béter te doen dan hij ‘normaal gezien’ zou doen.

? (F) – 060605
Leisele – 060708