Deze foto gaat over tijd. Het is nochtans een
landschapsfoto. Daarin is de tijd meestal, behalve in het moment zelf waarop de
foto is genomen, enkel in de wisselende gedaanten die seizoenen het landschap
doen aannemen aanwezig. Ik maakte deze foto in de maand augustus. De oogst is
nog maar net binnen want de akker is nog niet omgeploegd: de stoppels staan er
nog. Het is late zomer, dus – ook al ziet het er al bepaald herfstig uit.
Maar er is méér tijd.
We bevinden ons in Frankrijk. Zo’n landweg waar ik zó
op zou willen fietsen. Ruwe asfalt, een luie bocht. Wat er achter die bocht
ligt, weten we niet. Dat is nu net eigen aan bochten: ze houden het zicht dat
ze openen nog even voor zich. Bochten openen zich in de toekomst. Links in de
verte hangt een bui. Dat is de bui die hier zo-even het wegdek heeft
natgeregend. Die bui is dus het verleden. Dit landschap bevat al heel wat tijd:
verleden in de bui; nu in dit moment zijn; de toekomst achter de bocht.
Daarnet zei ik dat in een landschap de tijd enkel als moment
en als seizoen aanwezig is. Dat is natuurlijk niet helemaal waar. Het landschap
is oeroud, vooral in zijn reliëf en in zijn geologische eigenschappen: wind,
neerslag en tektoniek hebben er miljoenen jaren over gedaan om het te boetseren
tot wat het nu is. Maar in onze wereld is elk landschap ook een
cultuurlandschap, het resultaat van vele eeuwen door de mens uitgevoerde
bewerkingen. En hier, op deze foto, brengt alles wat met de weg te maken heeft onze
tijd, de zogenaamd hedendaagse, in beeld: het asfalt, dat een petroleumderivaat
is en dus ook heel veel tijd bevat; de veiligheidspaaltjes die de (pas
getrimde) berm markeren; het verkeersbord dat ons gebiedt onze snelheid te
matigen.
? (F) – 060805