Deze foto had ik kunnen tonen samen met die van de
Franse kapperszaak, waarover ik het hier
had. In beide worden we aangekeken door een persoon in een foto, die zelf deel
uitmaakt van het beeld. Ik had het bij de kappersfoto over de relaties tussen
de figuren op de foto. Ook hier is het dat wat de foto interessant maakt. We
zien, in een drukbezochte overzichtstentoonstelling, een sterk uitvergrote foto
van een man, Paul Cézanne, die met een stoel naar buiten stapt. Hij kijkt ons
aan en lijkt ons uit te nodigen om plaats te nemen voor een gesprekje over de contemporaine
schilderkunst, uiteraard met een pastis en een pijp erbij. De wandelstok op de
drempel vormt een ontroerend detail. De tentoonstellingsbezoekers hebben geen
oog voor Cézannes uitnodigend gebaar. Hun aandacht gaat uit naar iets wat
buiten beeld gebleven is. Behalve die ene vrouw rechts in het beeld, die net
haar hoofd naar de foto heeft gewend en daar diezelfde vriendelijke man
ontwaart die onze aandacht wegkaapt.
Ik herinner mij dat er op die tentoonstelling een
strikt verbod van kracht was om foto’s te maken. Ik heb mij daar grotendeels
aan gehouden – al kun je op tentoonstellingen altijd wel interessante beelden
maken. Niet van de tentoongestelde objecten uiteraard, daar zijn catalogi voor,
maar van de manier waarop ernaar gekeken wordt. Deze foto is vanuit de heup
geschoten. Het resultaat – waarbij Cézanne net in die ruimte tussen de bezoekers
naar voren treedt – is dan ook in grote mate een gelukstreffer. Deze foto heeft
mij altijd een vrolijk gevoel bezorgd, en ik ben dan ook blij dat ik indertijd
dat verbod genegeerd heb. Men zal het mij vergeven.
? (F) – 060802
Aix-en-Provence (F) – 060823